Het spel van lijken smijten verfijnen
In het najaar lijkt het soms alsof elke snoek zin heeft in een hapje. Ze jagen fel, volgen de scholen witvis en verraden hun aanwezigheid regelmatig aan de oppervlakte. De watertemperatuur is nog hoog genoeg voor een snelle verbranding, en de rovers eten alsof ze geen bodem in hun maag hebben. Maar zodra de winter doorduwt, kantelt dat beeld. Veel vissen hebben inmiddels kennisgemaakt met dreggen, worden voorzichtiger, en het koudere water vertraagt hun vertering. Sessies zonder één enkele aanbeet zijn in deze periode eerder regel dan uitzondering. Maar wanneer je dan weer zo’n dikke tante in je armen mag sluiten zijn de blanks weer snel vergeten.

Doodaas: kiezen wat het moment vraagt
De charme van doodazen is dat er niet één juiste manier bestaat. Je past je aanpak aan het water, de omstandigheden – en eerlijk gezegd ook aan je eigen stemming – aan. Soms vis ik met twee technieken tegelijk: een hengel met de dobber, de andere op de beetmelder. Op groot water of wanneer ik ver buiten werpafstand wil vissen, kies ik bijna automatisch voor statisch vissen. Dan vaar ik mijn aasvis uit met een telebootje of rubberboot. Ik leg de doodaas-stokken op de piepers en laat de rust het werk doen. Gebruik bij de statische visserij stevige doodaashengels. Je vist verder uit de kant en bij de aanslag moet je de dreg uit de vis slaan én tegelijk de snoek zien te haken. Stevige doodaas-hengels zijn dus een must. Ik heb bij Shimano het geluk gehad om samen met Kristian Sloof een Deadbait serie te mogen ontwikkelen hiervoor. Deze Shimano Purist Deadbait stokken zijn speciaal gemaakt om aan alle doodaas eisen te voldoen. Link: https://team-outdoors.nl/shimano-purist-px1-deadbait-3-66m-12-0.html

Dobberend vissen is juist het tegenovergestelde. Dat is kijken, turen, anticiperen. Vooral in havens of op stilstaand water is het een prachtige vorm van doodaasvisserij. Bij stormachtig winterweer is gericht dobberen wel best lastig; dan drijft je aas sneller weg dan je lief is, gaat onder water tollen en de dikke dames vertrouwen dat niet, een enkele jagertje zal het wellicht grijpen, maar scherp vissen is anders. Maar op windstille dagen of wanneer snoeken net onder het oppervlak jagen, is het simpelweg genieten met deze methode.

Zodra er stroming in het water staat, of wanneer de vis duidelijk dieper ligt, komt de bodemvisserij weer in beeld. Dan gaat de aasvis plat op de bodem – eventueel opgelift als pop-up – en is het afwachten geblazen.
DE BELANGRIJKSTE METHODEN OP EEN RIJ:
1. Driftend vissen
Bij driftend vissen zweeft de aasvis onder een dobber die nét voldoende is uitgelood om weinig weerstand te geven. Je stelt het stuitje zo af dat de aasvis exact op de juiste diepte hangt. De aanbeet? Die is zelden subtiel: de dobber klapt meestal resoluut onder met de bekende ‘ploep’!
Extra voordeel: een beetje (niet te veel) wind of stroming kan iets helpen. Je vist ongemerkt een groter stuk water af. Zeildobbers zijn hiervoor speciaal ontwikkeld en kunnen verrassend effectief zijn. Daar wordt opmerkelijk weinig mee gevist zie ik aan de waterkant. Doen!

2. De pencil: bodemvisserij met finesse
Bij pencilvisserij leg je de aasvis daadwerkelijk op de bodem. Een zwaarder schuifloodje drukt de onderlijn plat. Alleen de rode punt van de pencil steekt boven water uit. Wordt het aas opgepakt, dan zie je de pencil langzaam overeind komen en wegschuiven. Het is een subtiele visserij, maar zeer effectief, vooral in diep(er) water. Ook kun je bij meer wind en stroming met zwaardere pencils en dito aasvissen de boel op zijn plek houden. Een niet te onderschatte manier van doodazen, vooral met de kans op echte vetjassen!

3. Statisch vissen met beetmelders
Voor wie graag in alle rust vist, relaxt in zijn stoel hangt of een dutke wilt doen op zijn strecher, is de beetmeldertechniek ideaal. De snoek pakt de aasvis op, het lood blijft liggen en de swinger en pieper– hoe gevoelig ook – doen de rest. Met een open beugel of een lichte baitrunner voelt de snoek vrijwel niets. Vooral ’s nachts, of wanneer je je aasvis uitvaart naar plekken die je anders nooit bereikt, is dit de meest ontspannen maar tegelijk spannende manier van doodaasvissen. En levert wederom vaak de echt grote vissen op. Vaar je deadbait uit met een degelijk voerbootje zoals die van BaitStar, we noemen de bootjes bij het snoekvissen gekscherend The DEAD-BAITSTAR!

Binnenkort volgt deel 2






Reageer