Statisch snoekvissen met dood aas (2)

In het vorige deel heb ik jullie verteld over deze manier van roofvissen. Een in mijn ogen wat onderbelichte tak van sport die best wat meer aandacht verdient. In dit deel vertel ik jullie wat meer over de aanpak die ik hanteer en welk materiaal ik daarbij gebruik. Doe er je voordeel mee!

Instant vissen

Wanneer je besluit om een instant sessie te gaan vissen is de locatie eigenlijk wel het allerbelangrijkste voor die visdag. Je moet ten eerste zeker weten dat de snoek er uit zichzelf graag komt of er al zit. Je kan daarbij een hele belangrijke spelregel aanhouden. Zit er veel witvis? Ga er dan maar gerust vanuit dat er ook snoek in de buurt zit.

Ze zwemmen tenslotte altijd gewoon domweg achter hun voedsel aan. Ga bijvoorbeeld eens een praatje maken met witvissers als die er zitten. Zo kom je super snel aan hele bruikbare info. Immers zijn de snoeken voor witvissers meestal een ware plaag. Ze vertellen je dan meestal ook maar al te graag waar je de snoeken kan vangen zodat zij er geen last meer van hebben.

Het is tenslotte belangrijk dat je probeert om zo snel mogelijk een aanbeet af te dwingen. Dit is natuurlijk zo omdat je geen voerstek hebt opgebouwd waarmee je de snoeken geconditioneerd hebt.

Bij het instant vissen hou ik zelf altijd een belangrijke regel aan: krijg ik na een uur vissen geen beet? Dan verkas ik de hengel naar een andere diepte. Deze mogelijkheid moet je dan natuurlijk wel hebben. Liggen er veel obstakels op je stek? Dan verkas ik de hengel regelmatig naar een ander obstakel.

Bij het instant vissen is het heel belangrijk dat je de snoek continu blijft zoeken. Actief blijven is dan eigenlijk de beste manier om zo snel mogelijk een aanbeet te forceren. Liggen de snoeken onverhoopt niet meteen op de stek die je het eerst voor ogen had? Geen nood, gewoon blijven zoeken totdat je ze ergens anders wel tegen komt.

Tip: tijdens instant sessies wil het ook erg goed werken om je aasvis in te spuiten met een sterk geurende vis olie. Dit kan zalm olie zijn of sardine olie. Beide opties werken erg goed om sneller een aanbeet af te dwingen. De zogeheten kers op de taart wordt namelijk altijd als eerste opgegeten.

Dieptes

Bij het statisch vissen op snoek is er naar mijn mening niet echt een geijkte diepte om op te vissen. Ieder water is anders en ook ieder water vraagt om zijn eigen unieke aanpak. Over het algemeen kennen diepe zandwinplassen of grindputten meerdere taluds en richels.

Deze zijn ontstaan door het zuigen van zand en grind dat meestal is gebruikt om woonwijken, snelwegen of andere doeleinden mee te funderen. Deze genoemde plekken in een plas lenen zich perfect om een aasvis op te presenteren. Meestal zijn de zogeheten ‘voetjes’ (vlakke stukjes onderaan en in het talud) de ideale plek om je aasvis te droppen.

Vaak groeien er mits deze voetjes niet te diep liggen ook nog planten en mosseltjes op gedurende het jaar. Meestal in de winterperiode zijn de planten er afgestorven maar vormen de mosseltjes nog enig voedsel. Ook plantenresten vormen nog een voedselbron voor de aanwezige witvis. Deze plekken zijn dus altijd kansrijk om je aas te presenteren en moet je dan ook zeker niet overslaan.

Zelf hou ik specifiek qua dieptes altijd aan om maximaal op 10 meter diepte te vissen. Ik loop niet graag het risico dat een vis door mijn toedoen eventueel het loodje legt door het grote druk verschil. Net als bij het snoekbaarsvissen dien je hier ook zeker rekening mee te houden.

Vis je statisch op een kanaal of stadsgracht? Dan is de maximale diepte meestal maar een meter of 4 en heeft de bodem over het algemeen gezien niet zoveel bijzonder verloop. Het is dan vooral belangrijk dat je aasvis op een strategisch goede stek ligt waar deze opvalt.

Bijvoorbeeld bij bruggen, woonboten of andere trekpleisters voor witvis in de vorm van een obstakel. Zorg altijd wel dat wanneer je op een troebel kanaal of stadsgracht vist dat je aasvis goed stinkt. Dit kan je goed doen door een visolie te gebruiken  waar je de aasvis mee inspuit. Immers, een sterk geurende vis is in troebel water sneller gevonden dan een verse!

Tactiek & techniek

Bij het statisch vissen op snoek is het heel belangrijk dat je voorzichtig te werk gaat. De snoek mag bij een aanbeet absoluut geen weerstand voelen als hij de aasvis heeft opgepakt. Voelt hij dat wel dan is de kans groot dat hij de aasvis los laat en de kans op een vangst is verkeken.

Dit geld met name op de wateren waar zowel statisch als met een dobber regelmatig op snoek wordt gevist. Je kan heel makkelijk zorgen dat de snoek geen weerstand voelt bij de aanbeet door je hanger of swinger op de grond te leggen en de lijn niet helemaal op spanning te zetten.

Bij een aanbeet zal je merken dat je eerst een paar piepen krijgt alvorens de snoek er met het aas vandoor zwemt. Hij moet tenslotte eerst de slappe lijn op spanning trekken. Krijg je een paar piepen? Haal dan je lijn uit de hanger, pak je hengel uit de steun en wacht tot de snoek weg zwemt.

Je kan dit heel goed checken door de lijn voorzichtig tussen je vingers te pakken met de beugel open en te voelen of de lijn uit je vingers wordt getrokken.

Zwemt de snoek weg? Draai dan rustig de lijn strak totdat je contact hebt met de vis en sla met een goede tik aan. Meestal zit de snoek dan goed gehaakt en zal je zien op de kant dat de haken meestal mooi voorin de bek zitten.

Wacht bij een aanbeet absoluut niet te lang met aanslaan. De kans dat de snoek de aasvis geslikt heeft is dan groot en de gevolgen zijn dan meestal niet zo fijn. Opereren en knippen wordt niemand vrolijk van en de snoek het allerminst. Beter op tijd aanslaan en eens een vis missen dan te laat met alle nare gevolgen van dien.

Laten we ten alle tijden het belang van onze geliefde snoek voorop stellen! Daarom zijn wij immers sportvissers. Dan kan iemand na ons ook nog genieten van een mooie vangst! Persoonlijk vind ik dat dit voor iedereen de belangrijkste doelstelling moet zijn.

Materiaal

Wanneer je statisch op snoek gaat vissen dien je dit net als bij kunstaasvissen uiteraard ook met staaldraad te doen. Een zogeheten takel is de juiste montage om te gebruiken voor deze discipline. Let er wel op dat wanneer je zelf takels gaat maken het staaldraad vanaf de wartel naar de eerste dreg toe lang genoeg is.

Het wil nog wel eens gebeuren dat wanneer je een snoek haakt deze om zijn as wil draaien net als een krokodil. Wanneer de lengte van je staaldraad dan tekort is bestaat het risico dat de snoek de hoofdlijn kapot kan bijten.

Om dit te voorkomen is het dus aan te raden het staaldraad lang genoeg te maken. Zelf hou ik hiervoor zo’n 75 cm aan. Dit lijkt best lang maar met een grote snoek heb je dit zeker nodig! Voordeel is ook dat wanneer de snoek je aasvis van de bodem pakt hij door de lengte van het staaldraad iets meer speling heeft.

De minimale weerstand die dit met zich meebrengt zorgt er voor dat de snoek minder argwanend zal zijn en dus dat de aanbeet verzilverd kan worden. Dan ben je dus dubbel goed bezig. Check ook regelmatig of je staaldraad nog in goede conditie verkeerd. Zo niet, vervang het dan meteen.

Het is eeuwig zonde om door achterstallig onderhoud de vis van je leven te verspelen en daarmee de snoek met een paar dikke dreggen op te zadelen. Ook hier geld dat de veiligheid van de vis ten alle tijden voorop moet staan.

Qua dreggen is het aan te raden om voor een takel maatje 4 of 2 (sterke voorkeur Gamakatsu) te gebruiken. Dit is doorgaans met de meeste aasvissen groot genoeg. Gebruik daarnaast deugdelijke wartels van een goed merk zodat je takel een sterk geheel is.

Op deze manier kan er dan vrijwel niets mis gaan. Wanneer je vist met vertrouwen vist dat een stuk relaxter.

Aas

Qua aas zijn er nogal wat mogelijkheden en de meningen zijn er dan ook enorm over verdeeld. Ten eerste is er al de keuze om gebruik te maken van zee vis of zoetwater vis. Mijn mening is dat biede keuzes een zeer goede optie is.

Ook moet ik eerlijk toegeven dat ik het in de cijfers van de aanbeten ook niet terug heb kunnen zien wat nu echt beter is. Een simpele verklaring zou zijn dat een zoetwater vis zoals de voorn of een kleine brasem een goede optie is omdat de snoek dit van nature al kent. Een zee vis zoals de sardine, makreel, haring of harsmakreel is juist weer goed vanwege de vettigheid en het goede geurspoor dat deze vis achter laat in het water.

Het zal ook gerust zo zijn dat het ene beter werkt op bepaalde momenten dan het andere. Maar zoals ik al aangaf heeft het in mijn aanbeten met statisch vissen nog nooit zoveel uitgemaakt. Wel ben ik van mening dat een aasvis met een wat zachtere huid en structuur mijn voorkeur geniet als het op statisch vissen aan komt.

Bijvoorbeeld sardines die aan deze eigenschappen voldoen is dan ook mijn favoriete aasvis. Ze geven goed geur af onder water, zijn lekker zacht en bij het aanslaan komen de haken er makkelijk uit waardoor de vangkans wordt vergroot. Daarnaast gebruik ik ook graag kleine makreeltjes. Deze zijn qua huid iets taaier maar qua vlees weer lekker zacht.

Ik zou zeggen: Vis met dat wat je prettig vind en vertrouwen in hebt, dan moet het zeker goed komen. Zelf vis ik graag met hele sardines en makreeltjes waar ik de kop van af snijd. Deze doe ik in de voerboot erbij en komt dus in de buurt van de aasvis te liggen nadat het aas is gedropt.

Zowel de aasvis als de kop geven een goed geurspoor af. Hierbij is het totaal niet van belang waarmee je hebt voorgevoerd. De voer vis hoeft wat mij betreft niet altijd ook perse het haakaas te zijn. De ideale tactiek voor mij!

Voordeel van zoetwater vis is dat je ze zelf kan vangen. Scheelt enorm in de kosten en is ook nog leuk om te doen. Voor zeevis betaal je al snel tussen de drieënhalf en vijf euro per kilo. Een beetje te vergelijken met karpervissen als je boilies koopt.  Dus als je wilt voorvoeren op snoek is dat zeker een onderwerp qua kosten om eens goed over na te denken.

Onthaken

Tijdens het vissen op snoek is het super belangrijk dat je beschikt over goed materiaal. Dat betekent dat je bij voorkeur een uitrusting hebt die helemaal top in orde is. Bij zo’n goede uitrusting hoort vanzelfsprekend ook een zeer goede tangen en kniptangen set. Met een goede tangen set kan je in elke situatie goed uit de voeten.

Het wil namelijk onverhoopt eens gebeuren dat een snoek de aasvis bijna geslikt heeft of dat de dreggen zo muurvast zitten dat er bijna niet normaal te onthaken is. Het is dan wel fijn als je over een goede kniptang beschikt waarmee je de dreggen kapot kan knippen. Op deze manier kan je toch de snoek netjes ontdoen van de haken.

Ook wil het nog wel eens voorkomen dat een snoek de aasvis behoorlijk ver achter in de bek heeft zitten. Een extra lange tang kan er dan voor zorgen dat je er goed bij kan. Bezuinig dan ook zeker niet op dit mega belangrijke materiaal. Ik ben namelijk van mening dat we het belang van onze geliefde gevinde vrienden ten alle tijden voorop moeten stellen.

Dan kan een ander na jou ook nog genieten van een volgende vangst en is de snoek verzekerd van een prettig vervolg van zijn leven in ons zo geliefde water.

Een prachtige 1.13 snoek van de rivier. Instant gevangen met kakelverse sardines!

Resultaten

Een dikke 1.10 snoek die zijn buik had rond gevreten op de voorgevoerde stek. Precies de reden waarom ik graag zoveel moeite doe! De beloning kan fantastisch zijn!

Zowel instant vissend als met voer sessies heb ik meerdere snoeken gevangen tijdens een visdag. Vaak waren de instant sessies zonder te voeren lang niet zo productief als de sessies wanneer ik wel had gevoerd. Ik ving wel snoeken, maar lang niet zoveel en zo constant als wanneer er een voerstek was opgebouwd.

Na een voer sessie waren dagen tot in de dubbele cijfers helemaal geen uitzondering. Feit is ook dat ik na voer sessies te doen vaak de betere (lees grotere) snoeken ving. Vissen tussen de 100 en 116 cm (mijn PR) heb ik het dan over. Waarschijnlijk heeft dat te maken met wat ik al eerder in dit stuk aanhaalde.

De grootste snoeken zijn nu eenmaal dominant en eisen de beste jachtgronden op. Voor voeren is daarom een super effectieve tactiek om de grotere en dikke snoeken te vangen. Natuurlijk ving ik ook grote snoeken als ik niet had voor gevoerd maar het verschil is toch wel aanzienlijk ten opzichte van wel voeren. Na een voer sessie zaten er zelfs vaak meerdere grote vissen bij op een goede visdag. Dat is het doel dat ik stel als ik ga voor voeren.

Moet je dan altijd perse voor voeren als je gaat dood aas vissen? Nee hoor! Als je weet waar ze uithangen kan je ze instant ook gewoon vangen. Het belangrijkste is dan de locatie en dat je simpelweg zeker weet dat de snoek er graag rondhangt of al huist. Als er genoeg snoek zit kan je ook hele leuke visdagen meemaken zonder dat je hebt gevoerd.

Als de omstandigheden een beetje meezitten en ze staan ‘aan’ dan is een dag in de dubbele cijfers ook zonder te voeren soms mogelijk. Er zijn gewoon van die dagen waarbij je spreekwoordelijk helemaal niets fout kan doen.

Dit zijn uit mijn ervaring echter wel de uitzonderingen op de regel. Deze dagen moet je koesteren en gebeuren echt niet iedere week. Het belangrijkste is om gewoon van iedere sessie en de momenten aan de waterkant volop te genieten. Daarom gaan we immers (hopelijk) allemaal massaal vissen!