Home » Colombia, een ongerept visparadijs
Bucketlist

Colombia, een ongerept visparadijs

Het is inmiddels alweer een poos geleden dat een vredesverdrag tussen de Colombiaanse regering en de Farc een einde maakte aan ruim een halve eeuw burgeroorlog. Hiermee wordt het lijstje met veilig verklaarde gebieden in Colombia steeds groter. Prachtige ongerepte  gebieden openen nu hun deuren voor een groter publiek en daarmee dus ook voor de sportvisser.

Colombia, het land wat ooit alleen bekend stond als “Het land van de FARC, ontembare drugsbaronnen en drugskartels” zal vanaf nu bekend worden om zijn afmetingen van monster Peacock Bass, de holy grail voor iedere kunstaas- en vliegvisser.

Geen gek uitzicht, toch?!

Met een tien man sterke delegatie reizen we,georganiseerd door Tight Lines Visreizen, af naar Colombia. Onze nr. 1 targetvis is natuurlijk de Peacock bass, maar ook staat de Payara hoog op onze lijst. Een rechtstreekse vlucht van elf uur brengt ons naar de hoofdstad van Colombia, Bogota. Vanuit het vliegtuig zien we al dat Bogota een enorme stad is waar zo’n elf miljoen mensen wonen. De vele wolkenkrabbers, maar ook favela’s langs de rand van de stad vormen een schril contrast.

Het is in Colombia zes uur eerder en het is nog licht als we naar ons hotel rijden waar we zullen overnachten. Morgen zullen we een binnenlandse vlucht naar het plaatsje Puerto Inirida nemen, dat in het oosten van Colombia ligt.

The mighty Amazone!.

De rivieren

Tijdens deze anderhalf uur durende vlucht zien we meerdere rivieren kronkelen door het Amazone regenwoud. Bij iedereen begint het besef van ons aanstaande avontuur nu echt door te dringen. Wanneer we op de luchthaven van Puerto Inírida aankomen hangt de tropische hitte als een deken om ons heen. We verzamelen onze koffers en hengelkokers; alles is aangekomen wat altijd weer een prettig gevoel is.

We begeven ons nu naar de oever van de Guavaire rivier voor het laatste deel van de reis. We zullen vanaf hier per boot naar onze vislodge varen die zich 185 kilometer verderop bevindt. Na een uurtje varen slaan we linksaf, we varen nu op de Orinoco rivier, de grensrivier met Venezuela. Meerdere malen zien we Orinoco of ook wel roze dolfijnen genoemd het water uitkomen.

We vervolgen de reis per boot.

Na zo’n 3 uur varen slaan we linksaf, we varen nu op de Vichada rivier, de rivier waar onze lodge aan staat. Even later zien we aan de oever van de rivier de rieten daken van het viskamp opdoemen. We worden hartelijk ontvangen door de eigenaar van de lodge, het personeel en de Sikuani indianen.

Het viskamp bevindt zich in een prachtige omgeving met achter het kamp een dorpje van de Sikuani indianen. De cabanas bevinden zich pal aan de Vichada rivier, met het comfort van een hotel. Denk dan aan een eigen douche, toilet, fan, maar dan middenin de jungle. We zullen de aankomende zeven dagen gaan vissen op de Vichada en de Orinoco rivier.

Ons verblijf.

De Vichada rivier bevindt zich in het oosten van Colombia waar hij na 580 kilometer in de Orinoco rivier uitmondt. De rivier is tot 3 meter diep met putten tot maximale 20 meter. Het is een rivier die nog niet overbelast is door de sportvisserij. Onze vislodge eigenaar heeft het alleenrecht voor sportvisserij verkregen van de lokale Sikuani indianen die in dit gedeelte van de rivier en de vele voorkomende lagunes de rechten hebben.

Hierdoor is de hengeldruk laag en hoef je niet bang te zijn dat een andere sportvisser het stuk rivier of lagune waar jij wilt gaan vissen al voor jou heeft afgevist.

Gevist wordt er vanuit 15’ aluminium boten, die plaats bieden aan 2 vissers met een visgids. De boten zijn uitgerust met een 40PK motor. De gidsen zijn Sikuani indianen die de jungle hier als hun thuis zien en het gebied dus uit hun duimpje kennen.

40 pk! Niets aan’t handje.

Peacock Bass

De meest gewilde vissoort in de Vicada rivier is de Peacock bass, de vis waarvoor we onder andere gekomen zijn. Hoewel de naam anders doet vermoeden is de Peacock bass geen baarsachtige maar een Cichlide soort. In de Vichada rivier komt onder andere de grootste van de 15 verschillende peacock bass soorten voor; de three bar (Cichla Temensis) vis kan hier een lengte van een meter bereiken met een gewicht van ruim 12 kilo.

Andere peacock soorten die we kunnen verwachten zijn de Butterfly Peacock en de Paca Peacock bass in een liefhebber van ondiep en stilstaand tot langzaam stromend water en plekken waar ze vanuit een hinderlaag kunnen toeslaan. Denk dan aan omgevallen bomen, keien, ondiepe poeltjes of klein inhammen op rivieren, riviermondingen en niet te vergeten lagunes.

De Peacock bass houdt zich graag schuil onder dit soort omgevallen bomen.

Peacock bass is een agressieve vissoort die vaak direct reageert op kunstaas dat in de buurt komt. Vooral oppervlakte kunstaas is erg populair en levert spectaculaire visuele aanbeten op. Zet de slip niet te strak; de aanbeet en de eerste paar seconden van de dril zijn ongekend heftig, zeker wanneer de vis zijn toevlucht tot takken zoekt. Stevige haken en splitringen zijn dan absoluut noodzakelijk. Vaak zijn ze met zijn tweeën; zodra een vis is gehaakt is de kans groot dat nummer 2 het aas van je vismaat pakt.

Lagune-visserij

Jan Kiel en ik vissen samen. Het plan is om een uur stroomafwaarts een lagune te bevissen. Na een uurtje varen verminderd onze gids vaart. Dan slaan we linksaf een bijna onopvallende watergang in die bijna is dichtgegroeid. De gids zet de motor uit en peddelt zittend op de punt van de boot rustig verder.

Meerdere malen moeten we bukken en takken opzij duwen om onze tocht voort te kunnen zetten. Na een tijdje wordt de watergang iets breder en wordt de motor weer aangezet. We bevinden ons nu midden in het oerwoud, het is er doodstil en het stinkt naar rottend blad. Nu komt ook de lagune in zicht, het betreft een oude rivierarm die aan beide zijden weelderig is begroeid. Eindelijk kunnen we gaan vissen.

Net iets anders dan wij thuis gewend zijn..

De vele omgevallen bomen en overhangende takken vormen ware hotspots. Ik begin te vissen met oppervlakte kunstaas terwijl onze gids vakkundig de boot bestuurd. Nauwkeurig werp ik deze vlak voor de begroeiing om hem vervolgens rustig maar toch agressief binnen te vissen. Jan heeft voor een ondiep duikende plug gekozen.

Er staat geen zuchtje wind en de temperatuur loopt al hard richting de 30 graden. We zijn in een totaal ander wereld beland: “De wereld van de lagunes en de Peacock bass”, de plek waar deze vissoort zich het liefst ophoudt.

Dan is daar uit het niets opeens een enorme explosie. Het lijkt wel of iemand vanuit de hemel enkele spoorbielzen laat vallen. Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt, zoveel agressie, en dat uit het niets. Het is een Peacock bass die aan het jagen is. Snel werpen we ons kunstaas naar de plek maar de vis toont geen enkele interesse.

Terwijl we verder vissen herhalen deze aanvallen zich, maar ondanks dat we wisselen van kunstaas blijven de aanbeten uit. Wanneer Jan een jigkop met geitenhaar aan zijn speld monteert is het wel direct raak. Hij vangt plots meerdere kleine Peacocks, maar de grotere vissen laten zich nog niet zien. Wanneer het echt te heet wordt zoeken we een open plek op de oever voor de lunch. Na een warme maaltijd bestaande uit bruine bonen, aardappel en kip doen we een middagdutje in een hangmat die onder de bomen voor ons is opgehangen.

In de middag gaan we naar een andere lagune die in verbinding staat met de eerste. De hitte maakt ons moe en we beseffen dat we hier in deze omstandigheden echt moeten werken om een vis te vangen. Ook nu komen we weer jagende vissen tegen. Mijn oppervlaktekunstaas wordt nu wel met luid kabaal van het water afgegrist, maar ik haak de vis niet.

Wanneer mijn kunstaas vlak voor de boot is wordt deze weer gegrepen, nu is het wel raak. Met nog geen meter lijn uit de top wil hij naar de takken en met succes. De vis weet zich vast te zwemmen tussen de takken en zich van de haak te ontdoen. De adrenaline stroomt door mijn lichaam; ik ben echt wel wat gewend, maar dit sloeg nergens op. Het ging allemaal zo snel en met zoveel kracht, Peacock vissen is duidelijk niet voor watjes.

Even later weet Jan een mooie vis te haken. Dit keer gaat het wel goed en is de eerste goed formaat vis een feit. De vis is in de middag duidelijk actiever. We krijgen meerdere spectaculaire aanbeten op oppervlaktekunstaas en weten we er meerdere te vangen. Dit is precies waarvoor we gekomen zijn. De middag gaat snel en voor dat we het weten varen we alweer terug naar de lodge. Eenmaal op de lodge aangekomen staat er een koud biertje voor ons klaar. Iedereen blijkt vis gevangen te hebben, mooie vissen tot wel 79 centimeter.

Rivier-visserij

Vandaag gaan we vissen op de Vichada rivier. Persoonlijk vind ik dit een leuke afwisseling omdat de stekken gevarieerder zijn en de kans om meer vissoorten te vangen groter is. We varen stroomopwaarts en laten over ons heen komen wat de gids in petto heeft, hij weet tenslotte wat onze interesses zijn.

De Vichada rivier is een stuk smaller dan de Orinoco en bevindt zich middenin de jungle. Het water is theekleurig, niet kraakhelder maar ook zeker niet troebel. De waterstand is goed; door het zakkende water zijn vele strandjes ontstaan. De vele voetprints in het zand verraden een rijke fauna, maar deze ook daadwerkelijk zien is een ander verhaal. Door de rijke bebossing kunnen de dieren zich goed schuilhouden en het daadwerkelijk spotten lijkt haast onmogelijk, waaronder deze jaguar.

Wel zien we velen soorten vogels, waaronder meerdere soorten ijsvogels, reigers en roofvogels. We passeren meerdere eilandjes die aan de oeverzijde zijn drooggevallen door de lage waterstand. Hierdoor ontstaan er ondiepe stilstaande baaitjes, de ideale plek voor de Peacock bass. We kunnen het dan ook niet laten om enkele worpen te doen.

Al snel vangt Jan een Butterfly of Orinoco Peacock. Deze kleinere soort heeft als voordeel dat ze zich in grotere aantallen ophouden. Even later is het dan ook bal en weten we er meerdere te vangen op licht materiaal. We doen meer van dergelijke baaitjes aan en weten best vis te vangen. Ook vangen we hier weer de grootste broer van de Peacock familie, de Three bar.

De Orinoco

Naast peacock bass vangen we ook Dogfish (Acestrorhynchus falcatus) Deze agressieve “mini-barracuda” heeft een bek vol vlijmscherpe tanden. Ze worden slechts 60 centimeter lang maar is een leuke sportvis op ons lichte materiaal. Een kleine jig gebonden met geitenhaar is favoriet.

We passeren een eiland waar het water nog aan beide zijden langs stroomt en waar het soms zelfs buldert. Dode omgevallen bomen die in het water liggen en afgesleten rotsen maken het hier de ideale plek voor de Payara. Onze gids verankert de boot aan één van de bomen net naast een stroomnaad en gebaard ons om met diepduikende pluggen het gebiedje af te vissen.

De Dogfish met zijn bek vol vlijmscherpe tanden!

Grote Orinoco piranha’s (Pygocentrus cariba) storten zich vrijwel direct als kamikazepiloten op onze pluggen. Deze piranha soort is een mooie grote zilveren vis met een zwarte vlek op zijn flank en rode kaken. Even later weet ik wel een Payara te haken, maar nog geen vijf seconden later valt de spanning van de lijn; de haak is losgeschoten. We doen meerdere stekken aan en weet er uiteindelijk toch één te vangen, geen grote maar het begin is er.

Later in de week gaan we gericht op deze vissoort vissen op de Orinocorivier, hier zwemmen de grootste exemplaren.

De Orinoco piranha!

Ook proberen we een Sardinata (Pellona Castelneana) te vangen. Deze vis staat bij veel sportvissers hoog op het lijstje omdat ze moeilijk te vangen zijn. Het is een scholenvis die veel lijkt op een fint of kleine Tarpon en komt uitsluitend voor in het Amazone gebied. Ze kunnen een lengte van 70 centimeter bereiken bij een gewicht van 8 kilo. De sardinata komt voor in het zelfde leefgebied als de Payara, maar houden zich bij voorkeur op net buiten de stroomnaad waar het minder hard of niet stroomt.

In de ochtenden of avonden wanneer de zon niet zo hoog staat jagen ze voornamelijk aan de oppervlakte op kleine visjes. Door de kleine maar ook zachte bek is het moeilijk om ze goed te haken, zelfs met het kleinste kunstaas. Eenmaal gehaakt springt de Sardinata als een Tarpon schuddend met hun kop, ook nu is de kans groot om de vis te verspelen.

Kiekeboe!



Onze gids laat de boot nu rustig driften in het gebied naast een stroomnaad.  Met een lichte spinhengel en een klein ondiep lopend plugje vissen we de omgeving af. Vele klappen aan het wateroppervlak verraden dat ze zich hier ophouden. We krijgen vele aanbeten van deze mysterieuze vissoort maar we weten er geen één te vangen. Enkele vissen blijven even aan onze haak hangen maar dit is in alle gevallen voor korte duur. Marcel, Bert en Ronald weten er wel een paar te vangen maar ook deze zijn op één hand te tellen.

Wanneer we op Sartinata vissen vangen we ook nog een andere vissoort genaamd Bicuda (Ctenolucius Hujeta). Deze soort is ook een rover en heeft een langwerpig lichaam en een puntige snuit. Hij lijkt een beetje op een snoek maar dan zonder tanden. Ook de rest van de groep weet verschillende vissoorten te vangen waaronder Wolfsvis, Tijgermeerval en meerdere soorten Piranha’s. Marcel weet een meervalsoort te vangen waarvan de gids de naam niet weet. Deze tijger meerval wist Marco met een plug te vangen.

Beetje een snoek zonder tanden…

Na een zeer leerzame visdag op de rivier met gevarieerde visstekken en een groot aantal nieuwe vissoorten varen we iets eerder als normaal terug naar het kamp. Voordat we vertrekken wil ik nog even de tijd nemen om het indianen dorp achter onze lodge te bezoeken.

Payara

Vandaag is het eindelijk zover, we gaan op de Orinoco rivier gericht op Payara vissen. De Payara is naast de Peacock bass een zeer gewilde sportvis waarvan in de Orinoco de grootste exemplaren voorkomen. De Nederlandse naam voor de Payara is vampiervis, een naam die hij dankt aan het vervaarlijke ondergebit.

Deze vraatzuchtige roofvis is een snoeiharde vechter en kan een gewicht van 15 kilo bereiken. Het meest opvallend zijn de twee enorme voortanden die geheel in de bovenkaak wegvallen evenals de enorme staart. Hierdoor heeft de payara geen enkele moeite met hard stromende rivieren waar hij zich dan ook het meest thuis voelt. Ze bevinden zich graag in de nabijheid van stroomversnellingen en stromingen. De vis heeft een zeer goed zicht en is razendsnel.

Het territorium van de vampiervis.

Na een uurtje varen bereiken we de monding, daar waar de Vichada de Orinoco kruist. Een werkelijk reusachtige en brede rivier die met geen andere rivier te vergelijken is. De Orinoco is een rivier in Venezuela die begint in het Hoogland van Guyana vlakbij de grens met Brazilië. De rivier loopt vervolgens naar Colombia waar hij bijna 400 kilometer de grens met Colombia en Venezuela vormt.

Daarna stroomt de Orinoco dwars door Venezuela naar het oosten en mondt tenslotte uit in de Atlantische Oceaan nabij Trinidad en Tobago. De rivier heeft een lengte van 2140 kilometer en is grotendeels bevaarbaar.  In het regenseizoen kan de Orinoco 22 kilometer breed en 100 meter diep zijn.

We slaan linksaf en passeren meerdere eilanden en rotspartijen die boven het water uitsteken. De sterke stroom maken deze locaties tot ware hotspots. We blijven zeker nog een half uur door varen en slaan dan af naar een grote kom gelegen achter een eiland. Onze gids laat weten dat het hier ondieper is met diepe gaten achter de steenpartijen die serieuze stroomversnellingen veroorzaken. Bij een geschikte rotsformatie wordt de boot geparkeerd en kunnen we beginnen met vissen. Mijn eerste worp levert gelijk al een snoeiharde aanbeet op die ik direct weer kwijtraak.

Wees met het payara vissen voorbereid dat er van iedere tien gehaakte vissen misschien maar 1 wordt geland. De reden is dat de bek keihard is en de vis tijdens de dril spectaculaire sprongen maakt en zich zodoende van de haak ontdoet. Probeer daarom ook tijdens de dril de hengeltop laag te houden om sprongen te verminderen en wanneer mogelijk zo snel mogelijk binnen te draaien. Bij een klein beetje slag of speling in de lijn is de kans dat de haak uit de bek schiet aanwezig.

Bij het landen kun je de vis bij de staartwortel vastpakken. Pas op voor zijn grote voortanden die tijdens het onthaken, wanneer hij met zijn kop schudt, je lelijk kunnen verwonden. Dieplopende pluggen hebben de voorkeur en met voorkeur van hout. Dit omdat de Payara met zijn sterke gebit in staat is om kunststof pluggen te perforeren. Sterke splitringen, stevige dreggen maar zeker ook een staaldraad is nu zeker van belang.

Met deze kaken is het geen overbodige luxe om staaldraad te gebruiken.

Ook Jan krijgt een aanbeet maar ook hij weet deze vis niet te verzilveren. Dit gaat nog even zo door maar uiteindelijk weet hij toch een mooi formaat Payara te vangen. Het is een schitterende zilveren vis van in de 90 centimeter. Zijn reusachtige hoektanden spreken boekdelen. Na de vangst van deze vis valt de actie direct weg, het lijkt wel of ze verdwenen zijn! We doen meerdere stekken aan waarvan sommige met succes. Ondanks dat alle stekken op elkaar lijken, blijkt dit niet zo te zijn, wat aanbeten betreft dan.

Rond de middag nemen we een siësta met een lekkere hap en een uurtje in de hangmat om er vervolgens weer tegen aan te kunnen. Het valt ons wel op dat wanneer we enkele vissen verspeeld of gevangen hebben de actie er ook gelijk uit is. Blijkbaar zijn deze bloeddorstige rovers nog niet eens zo gek. Wanneer de zon begint te zakken varen we terug naar de lodge. We hebben een paar mooie vissen weten te vangen en een veelvoud daarvan verspeeld. Het was een leerzame dag. Ook de andere vissers weten de nodige payara’s te vangen in de loop van de week.

Niet de gedroomde 15kg, maar toch een mooi resultaat!

Colombia, het nieuwe sportvisland heeft zich bewezen. Een reis als deze is veel meer dan ‘alleen maar’ een visvakantie. Je maakt kennis met een totaal andere cultuur en uiteraard de adembenemende natuur. Wanneer je hiervan weet te genieten is het slagen van een trip als deze geslaagd.

Over de auteur

Bram Bokkers

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen