Home » Naar het einde van de wereld…
Bucketlist

Naar het einde van de wereld…

Met precisie werpt Jan zijn oppervlakte muis in het diepere gedeelte van de rivier zodat hij deze uiteindelijk langs een waterplantenbed kan binnenvissen. Het kunstmuisje spettert wat met zijn staart en is nauwelijks van echt te onderscheiden. Wanneer hij dichter bij het plantenbed komt vertraag hij de inhaalsnelheid. Dit is de ultieme plek voor de rover waar hij naar op zoek is. Bang om het moment suprême te missen volgt hij aandachtig de muis die nu aan de rand van het plantenbed zwem.

Wanneer hij bijna het plantenbed passeert is gebeurd waar hij zo op gehoopt had. Een amoersnoek zet vol overtuiging de aanval in op zijn muis en komt daarbij volledig het water uit. Zijn wijd opengesperde bek laat de muis er in zijn geheel in verdwijnen. Jan kijkt recht in zijn bek, door zijn kieuwbogen ziet hij het water waar hij vandaan kwam!  Met nog geen drie meter lijn uit het topoog probeert Jan de klappen van de snoek op te vangen. Dit zijn die momenten die je nooit meer vergeet, momenten die de lange reis dubbel en dwars waard zijn!

De lang reis meteen vergeten…

Op reis!

Na maanden van voorbereiding op deze reis die georganiseerd werd door reisorganisatie Tight Lines Visreizen, is het dan eindelijk zover. Na een groot aantal uren vliegen landen we eind september op Dzjengis Khan, het vliegveld van Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. Samen met medereizigers Jan Kiel en de gebroeders Mylle gaan we vissen op de Chalchyn rivier, ook wel Khalkhyn Gol  genoemd.

Chinggis Khaan airport.

De Chalchyn rivier ontstaat in het Mongoolse gebergte Greater Khingan waarna hij door Oost -Mongolië stroomt. Het is een grensrivier met China, waar hij uiteindelijk in de Amoer rivier uitmondt. De Amoer rivier ontstaat in Rusland en stroomt uiteindelijk door China om hier in zee uit te monden.

Het doel van deze reis is het vangen van een amoer snoek (Esox reichertii). Deze snoek komt in de  hele wereld alleen maar in deze waterdelta voor. Naast de amoersnoek komt hier ook taimen en lenok voor.

Plaatje, nietwaar?

Per taxi rijden we naar ons hotel waar we één nacht zullen verblijven. Morgen zullen we onze reis vervolgen met een twee uur durende binnenlandse vlucht naar Choibalsan. We zijn moe, maar aangezien het nog vroeg op de dag is besluiten we toch een aantal highlights van Ulaanbaatar te gaan bekijken. Het is duidelijk te zien dat Mongolië onder het regiem van Rusland heeft geleefd. Vele hoge oude maar ook nieuwe grijze flatgebouwen stralen een Oostblokachtige sfeer uit.

Ondanks dat we ons in Azië bevinden beleef ik dat op het moment nog niet. Dit veranderd wanneer we het Gandan klooster bezoeken waarin een buddha van 26.5 meter hoog staat en vele monniken leven. Later op de dag maken we contact met Petr, hij zal ons gedurende onze reis bijstaan. Ook ontmoeten we Jozef, hij gaat ook met ons het avontuur aan. Jozef blijkt een kennis van Petr, hij spreekt goed Engels en heeft hier al vaker gevist.

Wanneer we de volgende dag naar onze volgende bestemming  vliegen begint ons avontuur pas echt. Zodra we Ulaanbaatar verlaten is er geen huis meer te zien. Immense gebergtes, hoogvlaktes, bossen en eindeloze lege vlaktes volgen elkaar op. Ook zien we meerdere rivieren door het overweldigende landschap slingeren. Het is schitterend om te zien hoe gevarieerd, ruig en uitgestrekt Mongolië is.

Mongolië is enorm uitgestrekt!

Naar het einde van de wereld

Eenmaal aangekomen op Choibalsan staat er een busje op ons te wachten. Ons plan om direct vanuit hier naar het viskamp te rijden passen we aan. We zijn echter later in de middag aangekomen dan gepland. De tien uur durende autorit over vlaktes zonder goede wegen doet ons besluiten om in een hotel te overnachten om de volgende dag vroeg te vertrekken.

Het busje wordt volgeladen.

De zon is nog maar net op wanneer we de twee busjes die voor ons klaar staan inladen. Over tien uur zullen we als alles goed gaat aankomen op onze eindbestemming. Wanneer we Choibalsan verlaten rijden we ook direct de steppe op; er zijn hier geen wegen, alleen een bandenspoor wijst ons de weg. We komen geregeld vee tegen; koeien, schapen, geiten, heel veel paarden en saiga’s, een antilope soort Mongoolse antiloop.

We rijden uren achtereen zonder iets te zien; geen huis, geen boom, geen heuvel, geen auto, niets. Het is een eindeloze kale vlakke grasvlakte waar geen einde aan lijkt te komen. Het doet me denken aan varen op volle zee en je de kust niet meer kunt zien, behalve water. Ook overleed onderweg de auto meerder malen maar daar draait de chauffeur zijn hand niet voor om.

Na even sleutelen ronkt de motor weer als een nieuwe en vervolgen we onze reis. Pas later in de middag verandert de omgeving en zien we heuvels, ook zien we nu af en toe zelfs een boom of een local die hier blijkbaar toch iets te zoeken heeft.

Het bandenspoort wijst de weg.

In de verte zien we eindelijk de Chalchyn kronkelen door de begroeide heuvels van Mongolië en China. In één van haar bochten staat ons kamp, deze bestaat uit vier Yurts, een buitendouche, een buitentoilet en het nodige brandhout. Vanaf nu zal er de aankomende elf dagen alleen maar gevist worden.

Ons kamp.

We worden hartelijk begroet door de keukendames, de klusjes man en door Guntich, een oud generaal die hier kampbaas is. De bagage wordt uitgeladen en er wordt ons een plek gewezen in één van de yurts.  Hierin staan vier bedden, een eettafel, stoelen en een houtkachel. Ook hebben we stroom door middel van een aggregaat. De yurt is comfortabel, we voelen ons al snel thuis!

Iedereen gaat vrijwel direct aan de slag om het visgerei op orde te maken. Later op de avond komt Petr langs om de strategie te bespreken. Hij laat weten dat we vijftig kilometer rivier kunnen bevissen. Dit gedeelte bevindt zich in het Nationaal park Nomrog. Petr kan hier per jaar in het totaal met twee kleine groepen vissen, de rest van het jaar is vissen hier verboden.

Hij heeft het gedeelte van de rivier waar wij kunnen vissen middels rode vlaggen verdeeld in verschillende secties. Elke dag zullen we zo op nieuwe stekken kunnen vissen. Petr stelt voor om twee groepjes te creëren; één groep zal worden gedropt en opgehaald worden op een van te voren afgesproken locatie, zij zullen lopend en wadend de rivier bevissen. De andere groep zal zich verplaatsen per raft op een ander gedeelte van de rivier.  De volgende dag er op wordt er gewisseld, enzovoort.

We gaan meteen het visgerei in orde maken.

De volgende ochtend worden we verrast door de aankomende winter. Het heeft vannacht tot wel min vijftien graden gevroren. Alles is buiten in ijs veranderd. Gek genoeg hebben hier niks van gemerkt!  Blijkbaar is de yurt goed geïsoleerd en doet de houtkachel perfect zijn werk!

Na een stevig ontbijt bestaande uit gebakken ei, een soort oliebol en soep maken we ons klaar voor vertrek. Het is even moeilijk om te bepalen wat we aan moeten trekken omdat de temperaturen na deze koude nacht overdag weer boven de 15 graden Celsius kunnen komen!

De chalchyn rivier kronkelt door het ruige landschap.

Van de gebaande paden

Ik vis samen met Jan Kiel. Petr zal ons vandaag vergezellen. Hij stelt voor om licht te beginnen. We tuigen een niet te zware spinhengel op met een werpgewicht tot 18 gram met een lengte van 2.40 m  Dit is de ideale hengel voor het vissen van (verzwaarde) spinners, lepeltjes en kleine plugjes tot zeven centimeter. Op de molen zit 20 lb dyneema waar we een meter 40/100 fluorcarbon aan knopen als onderlijn.

Zodra het busje ons heeft afgezet moeten we nog een stuk wandelen, een goede conditie is zeker in je voordeel. Om bij de rivier te komen moeten we een grasland doorkruizen, dat makkelijker gezegd dan gedaan. De graspollen zijn anderhalve meter hoog, waardoor we de grond niet kunnen zien waar zich grote kuilen tussen bevinden. Een dergelijke wandelingen in een waadpak, waadjack met rugzak en hengel valt niet mee. Na een aantal keren onderuit zijn te gaan staat het zweet ons al op de rug. Had ik dan toch een laagje minder aan moeten trekken!

Lekker stukkie wandelen door het hoge gras.

Aan de rand van het grasland bevindt zich bebossing. Deze bestaat uit wilgen, bramen, wilde rozen en andere wild groeiende heesters en bomen. Petr laat weten dat we deze het gemakkelijkste kunnen doorkruizen doormiddel van het vinden van een moostrail (elandenpad). Na deze gevonden te hebben komen we eindelijk bij de rivier aan. Voordat ik begin met vissen moet ik even op adem komen. Nu begrijp ik de uitdrukking “SPORTVISSEN” ook wat beter!

Petr verwijst me naar een stroomversnelling even verderop waar zich stroomafwaarts een niet te diepe pool bevindt. De rivier is hier zo’n twintig meter breed en stroomt rustig. De rivierbeding bestaat uit grove keien, kleinere stenen en grind. Het water is helder maar heeft door de regen van de afgelopen nacht, een eind hogerop, een licht kleurtje gekregen.

De rivier stroomt hier rustig.

Ik werp een verzwaarde spinner lijnrecht naar de andere kant van de rivier en vis deze rustig binnen. Door de stroomt wordt mijn kunstaasje stroomafwaarts geduwd waardoor ik hem dwars door de pool kan binnen vissen. Vrijwel direct voel ik enige weerstand, niet veel maar ik sla hier toch op aan, Raak!

Een lenok met een lengte van ruim vijftig centimeter zit gehaakt. Het gevecht stelt niet heel veel voor maar de vis is prachtig. Deze op een forel lijkende bronsgekleurde, met rood en zwart gevlekte vis heeft een opvallend spitse kop en is in verhouding vrij grof van bouw en kan tot wel zeventig centimeter groot worden. Ik ben blij met mijn eerste vis die ik na een paar foto’s weer laat zwemmen.

Een prachtige Lenok!

Al wandelend vissen we meerdere stekken af. Poolen, diepe buitenbochten en plekken waar obstakels liggen zoals stenen of omgevallen bomen. De groenvegetatie langs langs de rivier is zo weelderig dat waden de beste en snelste optie blijkt. Dit lukt niet overal omdat de rivier soms te diep is, in dat geval moeten we weer een moostrail of hoge-pollen grasland opzoeken om verder te komen, iets wat we liever niet doen.

We bevinden ons in een nationaal park en dat is goed te zien. Overal waar we kijken zien we dierensporen langs de oever van de rivier, ook aangevreten bomen en slaapplekken in het hoge gras geven blijk van een rijke fauna. Naast herten komen hier ook bevers, otters, elanden, wolven, beren en veelvraten voor. We hebben ze nog niet gezien, maar zijn er zeker van dat ze ons al wel gezien en gehoord hebben.

Ook Jan heeft prijs.

Ook Jan vangt zijn eerste lenok en er volgen er meerdere. We vissen met spinners en kleine pluggen en beide leveren vis op. Niet elke lenok laat zich zomaar vangen; sommige volgen het aas tot aan onze voeten en bedenken zich dan op het allerlaatste moment. Ook zijn er vissen die wel degelijk hard aanbijten om vervolgens volledig uit het water te komen.

We genieten van de visserij en natuur en voor dat we het weten valt de schemer alweer in. Het bos reageert hier direct op, beurelende elanden en huilende wolven zeggen ons gedag. Ook Bart en Frank hebben hun eerste vissen weten te vangen. Met een warme hap en de nodige wodka liggen we al snel in dromenland.

Welverdiende versnaperingen zullen we maar zeggen…

Droomvis

De volgende dag gaan we met de raft op pad. Het stuk rivier wat we nu gaan bevissen is volgens Petr “the place to be” voor amoersnoek. Na een niet te lange wandeling door de ruigte komen we met de raft bij de oever van de rivier aan. We zullen ons per boot verplaatsen om zo de beste stekken af te vissen.

Al snel wordt ons duidelijk wat de snoek zo aantrekt in dit gedeelte van de rivier. Door de droge zomer staat de rivier erg laag waardoor er mooie ondiepe kleiplaten zijn ontstaan waar nu waterplanten tegenop groeien. Naast deze kleiplaten bevinden zich diepere gedeeltes waar het minder hard stroomt.

Avontuur genoeg!

Ik vis inmiddels met een spinhengel van 270 centimeter met een werpgewicht tot 60 gram. Een molen uit de 4000 serie, een gevulde spoel 28 lb. dyneema en niet te vergeten een stalenonderlijn maken mijn set compleet. Ondiep lopende pluggen, shads voorzien van een loodkop tot 7 gram en streamers zijn hier goed in te zetten.

Echte snoekvissers kunnen de vis hier ruiken en het duurt dan ook niet lang voordat Jan zijn eerste amoersnoek heeft gehaakt. De dril is agressiever in vergelijking met onze snoek. Ook is hij meer onvoorspelbaar, wanneer de strijd gestreden lijkt gaat hij er weer vandoor. Jan probeert hem in het water te pakken, maar dat blijkt bijna onmogelijk. De beste manier om de vis te landen is om deze te laten beachen (een ondiepte langs de oever op te trekken).

Even later kan Jan zijn vangst bewonderen; de snoek is helemaal gespikkeld en heeft een wat kleinere kop dan onze Northern pike, ook zijn de hoektanden minder aanwezig. Er bevinden zich meerdere vissen op de zelfde plaat en ook ik vang mijn eerste amoersnoek. Onze dag is nu al geslaagd maar nog niet ten einde.

De dag al geslaagd.

Een paar steken verder bevissen we een ondiep kom naast een diepe bocht die vol staat met waterplanten. Na een aantal worpen neemt een echte trophy vis mijn shad te grazen. Gelukkig gaat alles goed en even later poseer ik met een mooie meter plus vis voor de camera. Dit is de ultieme droomvis voor een snoekvisser. Aan het einde van de dag staat de teller op twaalf stuks.

Dikke meter plus,

Later in de week bevissen we meer gedeeltes van de rivier met de zelfde kwaliteiten. We weten in het totaal drie vissen van boven de meter te vangen, dit zelfs aan oppervlakte kunstaas! Petr denk dat we de goede snoek vangsten te danken hebben aan de lage waterstand. Wij zijn het hier niet mee eens en vertellen hem dat wij uit de lage landen echte snoekvissers zijn.

Na een aantal dagen gevist te hebben willen we ook wat zien van de omgeving en bezoeken we een sjamaan en lokale boeren die hier vee hebben lopen.

Mongools trots

Naast lenok en amoersnoek vangen we ook taimen. Petr laat weten dat de Chalchyn niet de beste rivier voor trophy taimen is maar desondanks dit heeft hij in deze rivier toch vissen gevangen tot een lengte van 140 centimeter. 

De taimen is de grootste zalmachtige ter wereld. Mongolië staat om deze vis bekend bij vissers over de hele wereld. Vissen van ruim een meter lang en met een gewicht van boven de twintig kilo zijn geen uitzondering. De kleur van hun schubben varieert per gebied. De taimen op de Chalchyn is zilver van kleur en heeft met zijn zwarte stippen veel weg van een Atlantische zalm. Met zijn vel rode vinnen is deze kleurvariant één van de mooiste die in Mongolië voorkomt. De taimen is in Mongolië een beschermde vis.

Mongools trots!

De amoersnoek en taimen vangen we aan het zelfde materiaal, ook vangen we ze beide in de zelfde delen van de rivier. In veel gevallen weten we bij een aanbeet niet of we met een amoursnoek of taimen van doen hebben. In de regel geeft taimen meer voorkeur aan rivierbeddingen bestaande uit steen juist daar waar een hardere stroom uitmondt in de diepere pools.

In de dagen dat we vissen weten we allemaal de nodige taimen te vangen. Jan en ik vangen geen echte trophy vissen,  maar een zalmachtige met formaten rond de 85 centimeter zijn nog altijd prachtige vissen om te vangen. Bart en Frank doen het beter en weten en vissen van 112 centimeter en 114 centimeter te vangen, wat voor een taimen nog altijd geen grote vis is.

Wanneer we de laatste dag gezamenlijk met de vlieghengel gaan vissen weet Frank nog een meter plus taimen op de streamer te vangen, hiermee is de trip helemaal compleet.

This is what dreams are made of.

Terugkijkend op ons avontuur kunnen we concluderen dat we ons doel ruim behaald hebben. Het was een schitterende reis maar ook hier “aan het eind van de wereld” springen de vissen ook niet zomaar op de kant. Succesvolle, maar ook visloze dagen vertellen ons dat ook in dit meest oostelijke puntje van Mongolië nog veel te ontdekken valt!

Over de auteur

Bram Bokkers

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen