Home » Knallen aan de IJssel!
Witvis

Knallen aan de IJssel!

De IJssel is in de maanden september en oktober op zijn best. Half oktober organiseer ik de vierdaagse wedstrijd genaamd Grand National, een evenement met een internationaal deelnemersveld. Vele topvissers uit Nederland, België, Duitsland en Engeland komen graag naar de IJssel voor een serieus potje wedstrijdvissen.

Dit jaar is de toevoeging Henk van Til Memorial aan de naam toegevoegd, een eerbetoon aan Henk, met wie ik deze wedstrijd meer dan twintig jaar geleden heb opgezet en jarenlang samen heb georganiseerd. Helaas heeft Henk ons anderhalf jaar geleden moeten verlaten.

De wedstrijd biedt plaats aan 48 vissers, die verdeeld over vier sectoren aan de IJssel bij respectievelijk Deventer, Wilp en Zutphen de strijd aangaan op de bekende strekdammen. Iedere dag wordt er gerouleerd van sector, en ook de deelnemers worden daarbij gehusseld, zodat je niet steeds met dezelfde mensen in een sector vist. Het is altijd volle bak en er is een wachtlijst met mensen die graag willen instromen.

Gunstig waterpeil

Na een korte periode van hoog water was het waterpeil gelukkig weer op tijd gedaald naar een gunstig niveau, waardoor voorkomen werd dat sommige stekken moeilijk bevisbaar waren. Er was ook ruim voldoende vis aanwezig op de rivier, en de weergoden waren ons gunstig gezind. Niets stond een mooie wedstrijd nog in de weg.

Al tijdens de eerste dag bleek dat niet alleen grote vissen bepalend zouden zijn; daarvoor was er te weinig grote vis aanwezig, maar daarentegen wel veel voorn. De voorns wogen gemiddeld tussen de 100 en 250 gram, met af en toe een echte baksteen als bonus. Het werd een prachtige en actieve visserij, waarbij soms wel meer dan honderd vissen te vangen waren. Honderd vissen vangen met een feederhengel en voerkorven van 80 tot 120 gram op afstanden tussen de 20 en 30 meter is echt hard werken. Heel wat anders dan voorns tikken met de vaste stok.

Voldoende voor een 2e plek op de eerste dag.

Dag 1 en 2

Dag 1 mocht ik zelf vissen bij Zutphen, ter hoogte van de bekende windmolens. Na een eerste uur zonder beet meldden zich schoorvoetend de eerste vissen, vooral kleine voorns, maar af en toe knalde er een winde op de maden. Uiteindelijk kon ik 58 vissen vangen: zes windes en verder allemaal voorns, goed voor ruim 13 kilo en een tweede plaats in het vak van twaalf. Een goede start op een niet zo geliefd nummertje.

Op dag 2 werden enkele vissen van goed formaat gevangen.

Dag twee stond voor mij Deventer op de agenda. Hier stroomt het altijd hard en is vaak veel kleinere vis aanwezig. Dit is feitelijk mijn favoriete sector, mede omdat je hier vaak grote aantallen vis kunt vangen, precies de visserij die ik graag doe. Vanaf het begin kreeg ik veel beet, wederom voornamelijk voorns, met tussendoor af en toe een bonus in de vorm van een winde, bliek of dikke voorn. Het was opvallend hoe vaak het nodig was om van aas te wisselen om de beet erin te houden. Waar vis je dan mee? Afwisselend met maden, een maïskorrel of een stukje dendro.

De korf met ankers kies je zó dat deze langzaam over de stek rolt. Vooral wanneer je voorns moet vangen, is het belangrijk dat je een soort drift maakt over je voerspoor. Veel beten komen op het moment dat de korf zich weer verplaatst, nadat hij even stil heeft gelegen. Na een druk dagje lagen er 103 vissen in de twee netten. Goed voor ruim 24 kilo en wederom een tweede plaats.

Dag 3 en 4

Dag 3 bracht me naar Wilp 1. Na het peilen sloeg de twijfel al snel toe: tot ongeveer 30 meter was de bodem volledig bezaaid met stenen en mossels. Verre van ideaal om rollend te kunnen vissen. Bovendien raak je onder zulke omstandigheden waarschijnlijk onderlijnen kwijt en worden de haken snel stomp. Voorbij de 30 meter werd de bodem gelukkig zanderig, dus besloot ik vol gas op 32 meter te vissen.

Dat bleek echter al snel kansloos, want de vis lag die dag duidelijk dichter bij de oever. Een paar pogingen om toch maar korter te vissen brachten helemaal niets op, dus bleef er weinig anders over dan deze dag als afschrijver van de wedstrijd te accepteren, en te hopen op een goede laatste dag.

Weinig vertrouwen, maar toch een goede barbeel!

Dag 4, Wilp 2. Na een lange wandeling kom je bij het vak genaamd Wilp 2, schitterend gelegen in de vrije natuur, maar zonder een goede kar om je spullen te vervoeren is het bijna niet te doen. Vrijwel alle IJsselvissers hebben tegenwoordig wel geïnvesteerd in een elektrisch aangedreven transportkar om hun spullen naar de stek te krijgen.

Ik lootte een nummer in het midden van het vak, waar de eerste drie dagen nog niet veel vis was gevangen, en kreeg het gevoel dat mijn kansen op een eindprijs flink geslonken waren. Dit pakte echter heel anders uit. De stek lag iets terug uit de rechte lijn, in een soort kom na een bocht in de rivier, waardoor de stroming hier wat minder sterk was.

Ik koos ervoor om relatief ver te vissen, op een afstand van 35 meter. De bodem bestond hier uit taaie klei, zodat de ankers van de voerkorf goed grip hadden. Negentig gram bleek zwaar genoeg. Na twintig minuten kwamen de eerste beten. Het waren wederom voorns, maar nu allemaal prachtige exemplaren van 600 tot 800 gram.

Even later volgden ook een paar blieken en een brasem, maar daarna werd het stil. Ik besloot een paar keer in te gooien met een goede prop levende en dode maden in de korf om weer vis aan te trekken, en deed vier maden op de haak. Bij de tweede worp volgde al een knallende aanbeet en kon ik een barbeel van twee kilo landen. Barbelen op je stek betekenen vaak dat de andere vissen zich terugtrekken. Twee worpen later weer een beet, en weer een barbeel, ditmaal van anderhalve kilo. Al met al ging het best lekker.

Na een aantal witvissen volgde opnieuw een moment van stilte. Ik besloot de madentruc nog eens toe te passen. Opnieuw een snoeiharde beet, en nu hing er echt een serieuze vis aan de andere kant van de lijn. Na een stevige dril, waarbij ik regelmatig lijn moest toegeven door achteruit te draaien met de molen, verscheen er een grote schim aan de oppervlakte: met recht een jetser van een barbeel!

Einduitslag

Uiteindelijk kan ik die dag vijf barbelen vangen, samen goed voor ruim tien à elf kilo. Met in totaal ruim 25 kilo kan ik een drie noteren. Achterin het vak worden veel en grote brasems gevangen, ook in het laatste deel van de wedstrijd, wanneer ik geen beet meer krijg. Daardoor moet ik mijn leidende positie in het laatste half uur uit handen geven. Maar goed, dat is vissen! Een drie is op dat moment het maximaal haalbare.

Met zeven punten en een gewicht van net geen 67 kilo eindig ik als vierde in de wedstrijd, en eveneens als vierde in de superpoule. In een wedstrijd met zoveel goede vissers ben ik daar zeker content mee.

Met een 4e plek mag klaag ik niet!

Einduitslag top 10

  1. Wim Heulens             5p, 89.185 kg
  2. Felix Scheuermann    6p, 81.180 kg
  3. Aart Bart                    7p, 74.550 kg
  4. JW Nijkamp               7p, 66.910 kg
  5. Thorsten Küsters        8p, 62.660 kg
  6. JW Plekkenpol           9p, 59,585 kg
  7. Roel Derksen             9p. 51.850 kg
  8. Maikel vd Velde         10p, 62.820 kg
  9. Rik Penterman           10p, 56.110 kg
  10. Coen van Vorsselen    11p, 50.360 kg                      

Over de auteur

Jan-Willem Nijkamp

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen