Voor wat betreft rigs is in de basis mijn visie niet veranderd sinds 15 jaar terug. Echter zijn er wel leerpunten die ervoor gezorgd hebben dat ik ben veranderd van haakaas en voertactiek. Deze hebben namelijk even zoveel belang in de aanhaking dan de rig zelf. Ik ga het je uitleggen.

De basis
De basis van een rig is dat deze prikt op het moment dat de rig strekt. Het is uitzonderlijk te noemen de keren dat we een rig zien prikken alvoor die strekt of tijdens het uitspugen. Onderwaterbeelden laten perfect zien hoe makkelijk de karper het haakaas in een split-second uitspuugt al voordat de rig strekt. Het is dus zaak om een zo snel mogelijke prik teweeg te brengen, willen we zoveel mogelijk aasopnames omzetten in daadwerkelijke aanbeten.
Ten eerste is het belangrijk dat een karper de rig enigszins zwemmend oppakt. Een zwemmende karper zal de rig sneller strekken en daarmee minder tijd hebben om het zaakje uit te spugen. Ik probeer dit teweeg te brengen door niet compact op de rig te voeren. Sterker nog, het liefst voer ik helemaal niet op de rig. De onderwaterbeelden geven perfect weer hoe het gedrag van de karpers is tegen onze gepresenteerde voerplek. We zien dat karpers als eerste aan de randen beginnen te azen, het liefst vanuit dieper water naar boven toe azend. De kleinere vissen gaan eerder voor het center van de voerplek, en de grote vissen komen pas later centraal op de voerplek. Daarvoor is het al niet slim om je rig midden op het voor te leggen. Maar er speelt meer.

Grote karpers
Groter karpers hebben namelijk de neiging om stil te gaan liggen azen op een voerplek. Pens op de bodem en buffelen maar. Deze stilliggende karper kan je haakaas misschien wel opzuigen, maar in een fractie van een seconde heeft ‘ie door dat er iets niet klopt en spuugt het net zo makkelijk weer uit. “Die laten we voortaan liggen” zegt ie dan. Het is zaak dat we de karpers forceren om zwemmend het haakaas op te pakken. In de basis kan je dit doen door verspreid te voeren, maar toch trek ik het liefste wel aandacht naar een bepaald ‘spot’.
De rig leg ik op de ‘hot spot’, de plek waar ik de karper het beste denk te kunnen verleiden tot een aasopname. Het voer strooi ik vervolgens niet op de rig, maar links en rechts van de rig strooi ik het voer, zo’n 5 meter van de rig vandaan. Zo onstaan er twee voerplekken, waar het haakaas single hookbait tussen ligt gepresenteerd. De gedachte hierachter is dat de karpers tussen de twee voerplekken gaan pendelen en daarme het haakaas al zwemmend oppakken en daarmee de rig direct strekt, met een prik als gevolg.

De rig ontrafeld
Als we naar de rig kijken zijn er een aantal dingen van essentieel belang. Het model en de scherpte van de haak, de lengte van de rig, de krimpkous, het haakaas, het hooklink materiaal, de lengte van de hair, rechtdoor weggeduwd worden van het lood, direct prikken op het volle loodgewicht, de shot on the hook, het contragewicht op de rig en de rig ring voor het blowback effect. Elk van bovenstaand onderdeel vervult een eigen functie, die bij elkaar opgeteld alle procentjes benutten die voor de juiste situatie zoveel mogelijk sturing geven naar het midden van de onderlip, achter de harde rand, in de bek van de karper. Met zoveel mogelijk aanbeten, zo min mogelijk lossers en heel belangrijk, geen schade als gevolg.
Het model en de scherpte van de haak klinkt misschien cliché, maar dit is echt de allerbelangrijkste factor in je rig om zoveel mogelijk aasopnames om te zetten in een gevangen karper. Met een ‘botte’ haak prik je minder en los je meer. Het verschil tussen vlijmscherp en net niet meer scherp is een klein verschil met groot effect. Daarom voor mij geen consessies en na iedere gevangen vis (en soms zelfs na binnendraaien) een nieuwe rig met vlijmscherpe haak eraan. Ik gebruik al jaren steevast mijn favoriete model met brede bocht en rechte punt, de beste haak die ik ken en daarom heb ik die opgenomen in ons assortiment als de wk haak.

De lengte van de rig is van essentieel belang. Hoe korter de rig, hoe sneller deze prikt, maar wel met een paar beperkingen. Pas deze aan naar gelang de omstandigheden. Voor mij is 15cm kort, 18cm gemiddeld en 21cm vind ik lang. Kort (15cm), vis ik op extreme dressuurwateren en/of op en met klein haakaas (max 15mm) en/of in hartje winter. Lange rigs (21cm) vis ik enkel op stromend water, op heel groot water, met groot haakaas en bij heel verspreid voeren. Voor alle ‘normale’ omstandigheden kies ik gemiddeld 18cm, en daarmee vis ik zo’n 90% van de gevallen. Te kort vissen (zeker in combinatie met te groot aas), kan zorgen voor een beperkte aasopname met geen of een te oppervlakkige inhaking. Te lange rigs zorgen voor teveel speelruimte voor de karper waardoor je haak vaker uitgespuugd wordt.

De Krimpkous is het belangrijkste element die bepaald hoe diep de haak in de bek prikt. Het is daarvoor belangrijk dat de haak tot voorbij het knikje in de krimpkous in de bek beland, zodat de krimpkous daadwerkelijk de kans krijgt om de haak perfect te doen draaien. Daarvoor spelen de lengte van de rig en de lengte van de hair een belangrijke rol. De rig mag niet te kort zijn en de hair mag niet te lang zijn.
Elke vorm van line aligner laat een haak draaien, maar het knikje wat ik de krimpkous geef laat de haak écht kantelen. Ik geef de krimpkous een sterke knik op driekwart van de lengte. Deze knik ‘valt’ over de onderlip waardoor de haakpunt haaks naar beneden komt te staan en pas dan op precies die plek prikt, achter de harde rand van de onderlip. De lengte van de krimpkous maak ik 1.8 a 1.9cm wat in mijn ervaring de beste lengte is voor grote karpers. Om te finetunen knip ik een klein hoekje uit het krimpkous zodat deze vloeiender over de onderlip valt. Wist je trouwens dat ons eigen merk ruim 10 jaar geleden is begonnen mijn mijn eigen krimpkous die ik tot de dag van vandaag gebruik?
De belangrijkste functie van het haakaas is opgezogen worden door de karper. We zien in de onderwaterbeelden consequent dat klein haakaas vaker wordt opgepakt dan groter haakaas. Mits de witvis het toelaat dit te gebruiken. Ook zien we dat warmer gekleurd haakaas zoals rood, oranje en roze het meeste aasopnames genereren. Je wil dat het haakaas liefst niet te zwaar is zodat het met minder moeite opgezogen wordt.

Leerpunten
Een van mijn grootste leerpunten over het haakaas kwam ik geleidelijk achter door enorm veel onderwaterbeelden te bestuderen. We kennen allemaal wel de theorie dat de karper je voerplek leeg eet en je haakaas als allerlaatste blijft liggen. Ik ben er grotendeels achter gekomen hoe dat kan. Dat heeft te maken met het drijfvermogen van je haakaas. Tegenwoordig vissen veel mensen (inclusief ikzelf) met wafters, maar de grote fout zit erin dat de meeste wafters drijven.
De wafter staat dan omhoog op de lengte van de hair, boven de haak gepresenteerd. In de onderwaterbeelden viel me steeds op dat de karpers al het voer op de bodem doen bewegen, meestal onbewust met hun lichaam, maar soms ook bewust met hun borstvinnen. Veel voer wuift dan voort, met uitzondering van de wafter. Die staat namelijk als een pingpongbal op en neer te stuiteren, met een schrikreactie als gevolg. “Die pakken we mooi niet”. Vis je vervolgens exact hetzelfde haakaasje op de bodem gepresenteerd, dan gaat het er als zoete koek in, zeker als het klein en roze is! Mijn roze wk dumbell wafters zijn zwaar favoriet.

Mag het haakaas dan nooit boven de bodem zweven? Jawel, maar alleen als er geen voer rondom het haakaas ligt. Een single hookbait gepresenteerde pop-up kan heel effectief zijn, waar de karper het pakt uit nieuwsgierigheid, en niet uit aasbeweging. Ligt je voer op de bodem, dan moet je ook vissen op de bodem.
Voor het hooklink materiaal moet je een paar dingen bekijken: De hardheid van de bodem en hoe schoon de bodem is. Wanneer je echt op een vieze zachte bodem vist vol blaadjes en takjes dan vis je best met soepel materiaal. Echter in 95% van de gevallen vermijd je het best deze plekken en vis je op de schoongevreten plekken. Daarop kan je perfect een stijve rig vissen, die in essentie sneller de rig laat strekken en dus de haak sneller laat prikken. Je fopt de karper dus sneller.

Wel is het belangrijk dat er een scharnierpunt is waardoor de haak zelfstandig kan draaien wanneer de krimpkous om de onderlip valt. Daarvoor hou ik 2cm soepel aan. De stiff coated hooklink die ik al jaren gebruik en binnenkort ook zelf mag aanbieden in de kleur silt, heeft de stijfste coating en soepelste kern die je gaat vinden. Een veelgemaakte aanname is dat een stijve rig niet goed presenteerd op een zachte bodem, maar dat blijkt uit de onderwaterbeelden niet! Het lood zakt een stukje weg, en trekt de rig gedeeltelijk mee naar beneden. Echter is het bovenste laagje silt meestal zo zacht dat de sinker de rig weer vlak legt waardoor de laatste centimenters perfect gepresenteerd liggen.
Vergeet ook niet dat de karper gewoon door het zachte laagje heen aast. Ze zijn echt niet vies van modder. Is de bodem té zacht, dan verleng je best de rig of stap je over naar helikopter loodsysteem. Dit heeft echter een minder directe inhaking en geeft de karper weer meer speling.

De lengte van de hair is ook een belangrijke factor. Met name is het belangrijk dat wanneer de karper het haakaas opzuigt dat ook daadwerkelijk de haak met krimpkous in de bek beland. Daarrvoor wil je dat de hair dus niet te lang is. Er moet wel een beetje ruimte zijn zodat de haak kan draaien. Voor haakaas tot 15mm hou ik 5mm tussen rigring en haakaas aan. Een uitzondering is wanneer je veel last hebt van witvis en dus met groter haakaas moet vissen. Met groter haakaas moet je ook de hair langer maken. Bij 20mm is dat 1cm, en hoe groter je gaat, hoe langer de hair, en ook hoe langer de rig. De rig moet natuurlijk in balans blijven zodat de karper wel de speling krijgt om het goed op te zuigen. Je moet geen 25mm haakaas vissen op een rig van 15cm. Dat is vragen om missers en lossers.

Het lood
De rig prikt pas als deze strekt op het lood. Daarmee staat de haakpunt in de onderlip van de karper in direct contact met het loodgewicht. Hoe meer kracht er aan de haakpunt trekt, hoe dieper deze penetreert. Hoe dieper die penetreert, hoe lastiger het is voor de karper om er nog vanaf te komen. Daarom vis je liefst met niet te licht lood. Ik kies zelf standaard voor 113gr en als de situatie erom vraagt (om de rig op de plek te houden) kies ik voor zwaarder lood. Enkel op heel zachte bodems kies ik voor 55gr.
Na de prik schud een karper met zijn kop om van de haak te komen. Daarom is het perfect als het lood weg kan van de rig, zodat de karper het niet meer kan gebruiken om van de haak te komen. Het liefst nog met een dubbele beetregistratie, wat ook visveilig is. Het is ook belangrijk dat de rig recht van het lood weggeduwd wordt, zodat deze niet richting de hoofdlijn valt.
Je wil de rig achter het lood hebben liggen. Zeker als je tegen een talud omhoog vist, waar de zwaartekracht het haakaas naar beneden wil laten vallen, dan moet de rig recht van het lood weggeduwd worden, tegen het talud omhoog. Met bovenstaande eisen heb ik mijn eigen loodsysteem ontwikkeld. Die kan je vinden op onze website kwintenfishing.nl

Shot on the hook
Daar is ie dan, de hype. Ik denk dat het zo’n 20 jaar geleden is dat ik voor het eerst een shot on the hook aan mijn haak knoopte, en vanaf 15 jaar geleden vis ik standaard met een shot on the hook, omdat dit simpelweg de prik versnelt. Een haakpunt van haakmaat 4 geeft ten opzichte van de overzijde (de rig ring) 0.1gr gewicht naar beneden (boven water). Door een shot on the hook van 0.2gr toe te voegen maak je de haakpunt dus 3x zwaarder en versnelt de prik daarmee aanzienlijk.
Althans dat is de theorie, nu de praktijk nog. Nou dat is wel duidelijk als je naar de onderwaterbeelden kijkt. Daar had ik de film van Korda niet voor nodig, al was het verschil bij hun wel heel erg duidelijk. Nog niet gezien? Zoek Korda Underwater Norton Disney op YouTube!

De laatste twee elementen op mijn wk rig zijn het contragewicht en de rig ring. Het contragewicht houdt de rig vlak tegen de bodem en stuurt de haakpunt sneller naar beneden. Dan nog het blowback effect, met een rig ring. Als een karper het haakaas opzuigt en geprikt wordt, dan is het eerste wat de karper doet het haakaas uitspugen.
De haakpunt zit dan nog maar nipt geprikt en als de hair gefixeert zou zitten op de haak dan vliegt de haak met het haakaas als een hefboom mee naar buiten. Ik gebruik daarom een rig ring. Die schuift op bij het uitspugen waardoor de kracht verplaatst naar het haakoog, en vanaf daar kan de haak er niet meer uit vliegen door uitspugen. Dat wordt het blowback effect genoemd. Uiterst effectief, met name op dressuurwateren.
Onze eigen video’s vol onderwaterbeelden vind je op YouTube – Kwinten Fishing. Vragen kan je het beste stellen in de chat op kwintenfishing.nl.
Daar helpen we je graag!

Reageer