Home » Probleem ‘opgelost’!
Karper

Probleem ‘opgelost’!

Alleen een perfect gemonteerde rig kan een karper misleiden. Wateroplosbare foampjes zorgen voor een worp zonder verstrikkingen en een nette presentatie, zelfs boven wier en modder. Maar de ogenschijnlijk eenvoudige ‘schuimpjes’ kunnen nog veel meer.

We kennen allemaal wel zo’n water, toch!?

Eerste ervaringen met lastig bevisbaar water

Mijn eerste ervaringen met ogenschijnlijk onbegaanbare viswateren had ik meer dan 25 jaar geleden. Ik kreeg de kans om te vissen op een vrijwel onaangeraakt klein meer. Het enige probleem was dat het hele wateroppervlak bedekt was met wier en lelies. De weinige open plekken zonder begroeiing waren bedekt met een dikke laag modder. Ik vroeg me af hoe ik mijn aas onder deze omstandigheden het beste kon aanbieden.

Mijn zachte, gevlochten onderlijnen, die normaal 10 tot 15 cm lang waren, verlengde ik tot 40 cm. In verhouding leek dat extreem lang. Een maat 4 Cormoran boiliehaak en een 3 oz inline lood van Korda (destijds nog zonder coating) maakten de montage compleet. Aan de hair bevestigde ik een van mijn vierkante boilies, die ik uit uitgerolde deeglagen sneed. Niet echt dé ultieme wier-montage, zou je denken.

Het piepschuim wordt eenvoudig op de haak gestoken (links). Voor verre worpen wordt het geheel met PVA vastgezet (rechts).

De echte truc zat hem in vijf stukjes piepschuim van 5 x 3 cm, die ik uit een isolatieplaat had gesneden. Met een boilienaald reeg ik ze aan een stuk PVA-draad en bond ze voor de worp aan de haak vast. De drijfkracht van het piepschuim zorgde ervoor dat de montage langzaam zonk en het onderlijnsysteem kort boven de bodem bleef hangen voordat het zachtjes op het wier neerkwam.

Bij de eerste poging brak ik meteen drie keer mijn persoonlijk record. De spiegelkarpers wogen 29 en tweemaal 31 pond. Toen, en zelfs nu nog, zijn dat flinke vissen voor Noord-Duitse begrippen!

De sessie was een groot succes, maar mijn piepschuim-drijflichamen waren dat minder. Mijn milieubewuste plan om ze de volgende dag aan de oever, waar ze door de wind naar toe zouden drijfen, weer op te rapen, mislukte grotendeels. Slechts één kon ik terugvinden, de rest bleef in het onbereikbare wier hangen.

Jarenlang hoefde ik mijn rigs niet meer op zulke extreme wateren te gebruiken. Pas later las ik in een hengelsportmagazine over wateroplosbare foampjes, die oorspronkelijk als biologisch verpakkingsmateriaal waren bedoeld. Deze schuimstukjes lossen in contact met water op, afhankelijk van het product in verschillende snelheden. Ze zijn volledig biologisch afbreekbaar, omdat ze voor 100% uit plantenstijfsel bestaan. Dit lostte het milieuprobleem dat ik met piepschuim had volledig op.

De biologisch afbreekbare plantenstijfsel lost op in het water.

Omdat ik in de logistiek werk, was het voor mij geen probleem om mijn collega’s in het magazijn te vragen dit biologische vulmateriaal, voor mij te bewaren. Ik begon ermee te experimenteren en ga tegenwoordig nooit meer zonder deze ‘schuimpjes’ vissen. In de loop der tijd ontdekte ik steeds meer toepassingen, niet alleen voor het vissen boven wier en modder. Hieronder beschrijf ik waarvoor ik foampjes gebruik.

Haak- en anti-tangle bescherming

Het aanbrengen op de haak is eenvoudig. Voor korte afstanden volstaat het om het schuim op de haakpunt te prikken. Bij verre worpen bevestig ik de foam met PVA-draad. Dit zorgt ervoor dat het schuim zelfs krachtige worpen overleeft. De in de handel verkrijgbare PVA-draad zijn mij te smal, waardoor je meerdere wikkelingen moet maken om alles te bedekken. Daarom snijd ik stroken van 2 x 10 cm uit PVA-zakjes. Daarmee wikkel ik het foam en de haak in. De laatste 2 cm van de strook bevochtig ik met speeksel, waardoor het PVA licht oplost en stevig vastkleeft. Een knoop is niet nodig.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De klassieke toepassing is natuurlijk het vissen boven wier of modder. Doordat de haak is bedekt, is de kans kleiner dat hij bij het zinken plantenresten oppikt en de montage niet goed functioneert. Zodra het lood de bodem raakt, blijft het aas nog even boven de bodem zweven. Zodra het schuim oplost, zinkt het aas langzaam en komt het zachtjes op het wier of de modder terecht.

Een bijkomend voordeel is dat het risico op verstrikkingen wordt verminderd. Ik wikkel het PVA-band altijd helemaal tot aan het aas, zodat ook de hair in de “PVA-mantel” zit. Dit minimaliseert de kans op knopen verder.

Het remmen van je lood

In de meeste situaties geef ik de voorkeur aan een harde bodem. Maar als karpers in zachte modder azen of als de bodem volledig ermee bedekt is, vis ik daar ook.

Daarvoor gebruik ik de ‘loodrem’. Ik stop een grotere hoeveelheid foampjes in een PVA-net. Afhankelijk van de hoeveelheid blijft zelfs een 120-grams lood zweven bij het zakken. De montage zakt veel langzamer weg dan wanneer het lood ongecontroleerd naar de bodem schiet.

De loodrem: Een met wateroplosbaar schuim gevuld PVA-net zorgt ervoor dat de montage, zelfs met zwaar lood, langzaam zinkt.

Bij verre worpen in ondiep water gebruik ik de ‘loodrem’ ook bij lichte modder of dunne wierbedekking. Door de grote impactkracht van een verre worp zou het lood anders te diep de bodem inslaan.

De benodigde drijfkracht is snel te bepalen door enkele testworpen. Voor mij werkt een PVA-net ter grootte van een mandarijn het beste.

Markerfunctie

Voordat het schuim volledig oplost, laat het los van de haak en stijgt het naar de oppervlakte. Dit geeft exact de locatie van de montage aan. Dit is handig wanneer je gericht rondom het haakaas wilt voeren zonder de plek met een markerhengel te verstoren.

Ik gebruik deze markerfunctie vaak om te controleren of mijn montage op de juiste plek ligt. Vooral bij steile oevers en diepe wateren is een precieze presentatie lastig.

De foampjes die naar de wateroppervlakte stijgen, geven precies aan waar het haakaas ligt.

Ik werp zonder onderlijn naast mijn marker, laat het lood aan een slappe lijn zinken en clip vervolgens de hoofdlijn in mijn molenclip. Dan haal ik het lood op, bevestig 1-2 stukjes schuim aan de montage met PVA en werp opnieuw richting de marker. Wanneer de foampjes aan de oppervlakte verschijnen, weet ik precies waar mijn montage ligt en kan ik zo nodig de afstand corrigeren.

Oplostijden

Bij het vissen op grote dieptes is het belangrijk om PVA en schuim te gebruiken die niet te snel oplossen. De oplostijden variëren per product en worden beïnvloed door de watertemperatuur.

Om de oplostijd te verlengen, gebruik ik PVA-zakjes in plaats van netten. Hierdoor komt het schuim pas met water in aanraking nadat het PVA is opgelost. Een bijkomend voordeel is dat lucht in het zakje wordt opgesloten, wat de drijfkracht verhoogt en de werpafstand vergroot.

Er zijn ook bio-foampjes die niet oplossen, maar wel volledig uit plantenstijfsel bestaan. Kleine vissen en watervogels eten ze vaak op zodra ze aan de oppervlakte komen.

Dankzij de „terugtrekmethode“ ligt het aas exact voor de steenstorting.

Terugtrekken

De “pulling back”-techniek is populair in Engeland. Hierbij werp je bewust iets verder dan je doelplek en trek je de montage daarna voorzichtig terug. Dit voorkomt dat de montage in ongewenst wier of tussen stenen belandt.

Om te voorkomen dat de haak tijdens het terugtrekken bot wordt of vuil oppikt, gebruik ik meerdere foampjes in een PVA-net. De verhoogde drijfkracht zorgt ervoor dat het haakaas op onderlijnlengte boven de bodem zweeft.

Foampjes hebben me al vaak geholpen om succesvol te vissen op plekken waar een nette aasaanbieding anders onmogelijk was. Misschien ken jij ook een water waar deze drijvers nuttig kunnen zijn. Ik weet zeker dat je er vissen mee zult vangen die je anders zou missen.

Deze prachtig gekleurde schubkarper nam een aas dat met een „terugtrekker“ tegen de steenstorting werd geplaatst.
Bernd met een mooie spiegelkarper. Dankzij de foampjes lag het aas netjes gepresenteerd in het wier.

Over de auteur

Bernd Brink

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen