Toen ik werd gevraagd om een stuk te schrijven over het vissen op baars, voelde ik me vereerd. Maar al snel bekroop me een onzeker gevoel: waarover moest ik het precies hebben? Vissen op baars is een onderwerp dat zo breed is, dat het lastig is om het beknopt in één artikel te beschrijven. Deze prachtige vissoort is namelijk te vangen met een enorme verscheidenheid aan technieken.

Levend aas en kunstaas
Laten we beginnen met een verdeling in twee hoofdgroepen: vissen met natuurlijk aas en vissen met kunstaas. Bij de eerste groep start ik met het typisch Noord-Hollandse “baarspeuteren” op mini-baarsjes, en schuif ik door naar het vissen langs de oever met mestpieren, op zoek naar grotere exemplaren. Vervolgens ga ik naar het grote water, waar vanaf de kant met een arlesey-bomb en wormen of aasvisjes prima baars gevangen kan worden. Ook bij feederen, matchvissen en het populaire powermatchen – waarbij veel met geknipte wormen door het voer wordt gevist – kunnen complete scholen baars worden gelokt en gevangen.
Het moderne “Tremarella”-forelvissen blijkt eveneens een uitstekend systeem te zijn om baars aan de haak te slaan, net zoals het opkomende silver-dropshotten. Wanneer je met een bootje het grote water op trekt, gericht op grotere exemplaren met wormen of kleine aasvisjes, sluit je deze eerste onderverdeling af.
Bij kunstaas wordt de lijst nóg uitgebreider. We beginnen met de zeer effectieve mini-aasjes zoals mini-shads en twisters.

Ook spinners in alle formaten – zowel verzwaard als onverzwaard – zijn uiterst effectief. Lepels voor ondiep water en pilkertjes om grotere dieptes te bereiken, blijken op veel dagen superaas te zijn. Voor het vissen in diepere waterlagen kunnen zelfs makreel- of haringpaternosters worden ingezet. Loodkoppen met verschillende soorten rubber leverden al talloze baarzen op. Sommige dagen presteren deze rubbers nóg beter wanneer ze anders worden gemonteerd, zoals bij de Carolina-rig, Texas-rig, wacky-rig, of montages met een Tirolerloodje. Natuurlijk mag dropshotten hier niet ontbreken.
Pluggen bieden vanaf de oever fantastische vangsten, maar zodra je ermee gaat trollen, loopt de teller vaak nog sneller op. Oppervlakte-aasjes, stickbaits en jerkbaits zorgen voor spectaculaire aanbeten, vooral in de vroege ochtend. Kleine spinnerbaits doen hier met veel succes aan mee. Rammelende kunstaasjes zijn dodelijk effectief in de late zomer. En zodra het water afkoelt en de baars zich naar diepere zones verplaatst, begint de beste tijd voor het gebruik van plomb-pallettes of plankjeslood.

Technieken te over
Met al deze technieken lijkt het misschien alsof baars een gemakkelijk te vangen vissoort is. Toch zal die overtuiging op sommige dagen snel verdwijnen, want ook deze rover kan behoorlijk wispelturig zijn. Dit is een van de redenen waarom steeds meer vissers verknocht raken aan deze “Europese black bass.” Het gericht vissen op baars voelt vaak als een queeste, maar als je de juiste techniek van de dag vindt, kan de beloning groot zijn.
In de komende delen wil ik mijn ervaringen met het baarsvissen met jullie delen. Laten we echter eerst onze te vangen prooi en zijn leefgebied eens wat beter bestuderen. Immers, wie zijn prooi goed weet op te sporen, vergroot direct zijn kansen op succes.
Baarsbiologie
Ik ga hier niet zwaaien met Latijnse namen of stambomen, maar er zijn wel enkele zaken over de baars die voor ons vissers van belang zijn.
Baars is een pioniersvis, wat betekent dat hij uitstekend is aangepast om nieuwe wateren te koloniseren. Door zijn brede dieet voelt hij zich snel thuis in een nieuwe omgeving. De vrouwtjes leggen in het voorjaar tot wel 200.000 eitjes. De opkomende jongen eten eerst plankton, schakelen over op waterinsecten, en uiteindelijk op kleine prooivissen. Deze vallen ze bij voorkeur aan in scholen, zodat de prooivisjes geen kant meer op kunnen.
Dit verklaart meteen waarom baars zo gemakkelijk wordt gehaakt op groter dropshotaas. Ze richten zich op de kop van hun prooi – precies daar waar de haak zich bevindt. Kijk maar eens naar een zacht dropshotaasje na het vangen van tientallen baarzen: vooral de kop voelt aan als schuurpapier, door de vele mini-tandjes in de bek van de baars.

Als jonge baarzen niet kunnen overschakelen op een dieet van prooivisjes, verloopt hun groei traag of stopt deze zelfs. Dit gebeurt vaak in wateren met veel begroeiing, waar scholenbaars niet in groep kan jagen. In kleinschalige wateren, waar grotere exemplaren vaak worden weggevangen, ontstaat er soms dwerggroei: je vangt dan veel kleine baarzen, maar geen exemplaren groter dan bijvoorbeeld 18 cm.
Het tegenovergestelde zie je in grote, heldere biotopen zoals het Haringvliet, Hollands Diep en Volkerak. Hier groeit baars snel door, dankzij een overvloed aan aasvis. Binnen de eerste 3 levensjaren kan een baars hier uitgroeien tot 22 cm. In Vlaanderen is een baars boven de 40 cm een grote vangst, maar wetenschappelijke literatuur vermeldt dat ze tot 60 cm en 4,5 kg kunnen worden. Dit soort exemplaren kun je vangen in oude zandafgravingen en kleiputten met helder water.

Of zulke exemplaren (tot 60 cm) al in Vlaanderen met de hengel zijn gevangen, blijft onduidelijk. De maximale leeftijd van 16 jaar hangt sterk af van de biotoop waarin de vis opgroeit. Verder weten we dat baars niet vies is van kannibalisme; ze eten graag soortgenoten. Dit verklaart waarom kunstaas met strepen vaak een goede keuze is.
In het najaar scholen baarzen samen in grote groepen en houden ze ware vreetorgies om voldoende energie op te slaan voor de winter. Dit maakt het najaar “de” beste tijd om veel baars te vangen. Een opvallend weetje is dat baars sterk wordt aangetrokken door een aas dat met een zaagbeweging door het water beweegt. Ze willen instinctief iets grijpen dat op en neer gaat.
Dit verklaart waarom bij twee verticalers in één boot vaak dezelfde persoon de meeste vissen vangt; die geeft zijn aas waarschijnlijk meer beweging. Plankjeslood en pilkertjes blijken hierdoor erg effectieve lokkers. Pilkertjes worden vaak onderschat, maar zijn zeer effectief voor baars. Hun zaagbeweging door het water triggert de instincten van de vis en maakt ze onweerstaanbaar.

De verspreiding van de baars
Als pioniersvis heeft de baars het vermogen om zich overal aan te passen. Ze komen voor in vrijwel elk type water in Europa en Noord-Azië: van kleine boerenplasjes, slootjes tussen de weilanden, stadswateren, boezemwateren en kanalen tot rivieren en zelfs brak water van estuaria. Dat laatste, licht zoutige water is vaak voedselrijk, waardoor baarzen daar sneller kunnen groeien. Denk bijvoorbeeld aan de grote vangsten op het IJsselmeer van jaren geleden, waar sportvissers met verenpaternosters kilo’s baars omhoog takelden. Helaas leidde de winstbeluste mens ertoe dat deze wateren werden leeggevist.

Helder water zoals plassen, vennen en meren vormen een uitstekend biotoop voor deze rover. Dit betekent echter niet dat je overal makkelijk grote aantallen kunt vangen. Het baarsbestand hangt namelijk van meerdere factoren af. Zo kunnen twee ogenschijnlijk identieke wateren compleet verschillende baarsbestanden hebben. In een bepaald polderstelsel kun je op een goede dag vangstcijfers in de drie cijfers halen, terwijl een ander stelsel op slechts een kilometer afstand veel minder productief is. Dit verschil kan te maken hebben met de zuurgraad van het water of de rijkdom van de bodem.
Zelfs binnen wateren kunnen de verschillen groot zijn. Grote snoeken worden in Ierland bijvoorbeeld vooral gevangen in meren met kalkrijke grond, terwijl kleinere snoeken vaker voorkomen in zure turfmeren. Een vergelijkbare invloed speelt mogelijk bij baars.

Trekgedrag van baars
Baarzen vertonen trekgedrag en kunnen grote afstanden afleggen gedurende het jaar. Ze bevinden zich in het voorjaar in het ene waterstelsel en trekken in de zomer naar een ander gebied, om de winter door te brengen in nog groter water. Toch zijn er vaste plekken waar ze het hele jaar door even halt houden, zoals grof steenstort op elke diepte. Het kennen van deze stekken kan cruciaal zijn om op elke visdag een goede vangst te realiseren.
In de winter scholen baarzen samen in jachthavens en zwaaikommen, waar ze rust vinden. Hier overwinteren ze tussen grote aantallen witvis, die als een soort “snackbar” dient als ze iets willen eten. Dit maakt deze plekken ideaal om de techniek van het winters dropshotten toe te passen.

Winters dropshotten
Hoezo ‘winters’? Vraag je je misschien af of dit zoveel anders is dan zomers dropshotten. Het antwoord is volmondig ja. Laat me uitleggen waarom. In de jachthavens waar in het najaar volop baars te vinden is, komen ook veel kunstaasvissers af. In het begin van de herfst vangen zij met vrijwel elk soort kunstaas, goed of slecht gevist. De vis is nog actief en wil zich volvreten voor de winter.
Maar naarmate de temperatuur daalt, haken de vissers met spinners af. De vangsten worden minder, en men denkt vaak dat de baars niet meer bijt of is vertrokken. Dit is niet waar. Het probleem is dat ze niet aanpassen aan de omstandigheden. Met een spinner kun je bijvoorbeeld nog steeds vangen, maar je moet trager en dieper vissen.
Als het water verder afkoelt, is dropshotten effectiever. Ook hier zie je dat de vangsten afnemen na verloop van tijd. Veel vissers denken dat de vis is ‘weg’ of ‘verzadigd’. In werkelijkheid eet baars in de winter bijna niet meer. Ze staan zo goed als roerloos tegen de bodem en wachten tot de lente. Daarom moet je ze extra prikkelen om toch toe te happen.
Tips voor dropshotten in de winter
- Klein aas: Gebruik kleinere aasjes, soms slechts 2 cm groot. Dankzij hun uitstekende waarnemingsvermogen ziet de baars dit nog steeds.
- Geduld: Geef de vis meer tijd om te bijten. Laat je loodje tot 10 seconden stil op de bodem liggen.
- Actieve techniek: Beweeg je aas met kleine verticale bewegingen van maximaal 10 cm. Als je lichte tikjes voelt, kun je ze extra prikkelen door je aas wild op en neer te laten bewegen. Zet het vervolgens stil en wacht. Vaak volgt dan een harde aanbeet.

Gedrag van baars en hengeltechniek
Dit gedrag doet denken aan katten. Een kat kan uren liggen slapen, maar als je een balletje snel heen en weer beweegt, wordt haar jachtinstinct geactiveerd. Laat je het balletje daarna stil liggen, dan is de kans groot dat ze toeslaat. Bij baars werkt het precies zo. Een snel bewegend aasje wekt hun interesse. Als het aas dan plots stil blijft hangen, zien ze hun kans en happen ze toe.
Dit trucje heeft mij al veel vis opgeleverd. Het blijft me verbazen dat vissers wel vragen met ‘wat’ ik vis, maar zelden naar ‘hoe’ ik vis. Toch ben ik ervan overtuigd dat de manier waarop je je aas aanbiedt, veel belangrijker is dan het aas zelf. Al moet ik toegeven dat een klein stukje mestpier op de haak in de winter ook wonderen kan doen.
Dit was mijn eerste techniek voor het vangen van baars in de winter. Ik hoop dat deze tips je helpen om bakken baars te vangen. Veel succes en tot de volgende keer!
Reageer