Home » Blankvoorn: van beginnersvis tot ultieme specimen uitdaging.
Witvis

Blankvoorn: van beginnersvis tot ultieme specimen uitdaging.

Een van de meest algemeen in Nederland voorkomende vissen is de blankvoorn. In vrijwel ieder water kun je ze vangen, maar meestal van beperkt formaat. Tot achter aan in de dertig centimeter had ik ze al gevangen en dat waren voor mij al echte ‘bakstenen’. in Januari 2023 startte ik de missie om een serieuze kanjer van 40+ centimeter vangen.

Een heuse baksteen.



Na wat tips van witvisser Chris Ooms viste ik mijn eerste sessie aan het Amsterdam-Rijnkanaal (hierna ARK genoemd). Het duurde een hele tijd voordat ik beet kreeg, maar uiteindelijk ving ik zeven blankvoorns tot 33 centimeter op heel de dag. Niet veel, maar ik heb uit andere visserijen geleerd geduldig te zijn en regelmatig te blanken of weinig beet te krijgen. Saai was het zeker niet aan deze indrukwekkende klotsbak met veel passerende schepen.

Altijd fijn als de doelsoort in het net komt, maar de formaten moesten nog wat omhoog geschroefd worden. Andere witvissers op het kanaal hadden ook een taaie dag en zeiden dan de grote voorns vorige week wel nog goed beten. Het was volgens hun een slecht en tot nu toe een erg wisselvallig jaar voor de voorn.

Grote klotsbak!

Als ik mijn zinnen ergens op zet bijt ik me er graag helemaal in vast en laat niet meer los. Zo ook met het ARK en haar grote blankvoorns. Na nog twee koude sessies met enkel vissen tot 33 cm gaf ik eerst nog even gas op de rivierplassen voor specimen baarzen. De baarzen werkte goed mee en na een aantal dikke zebra’s ging het vizier geheel op de voorn.

40-er in the pocket!

Op vier maart schoof vismaat Tim Janssen bij me aan langs de oevers van het ARK. Tim liet me zijn aanpak zien en wees me erop dat ik niet teveel lokvoer moest brengen, maar vooral kwalitatief goede hennep en casters in de 40 grams windowfeeder stoppen en die even dichtmetselen met een klein beetje donker lokvoer. Tim was echter de casters vergeten, maar ik maakte me er niet zo druk om. “Met maden vangen we ze ook wel”, zei ik nog terwijl Tim normaal gezien zonder casters niet eens op voorn zou gaan vissen.

Regelmatig opnieuw ingooien op ongeveer 26 meter uit de oever leverde mij een aantal vissen op. Na een harde ram op de top van de lichte feederhengel begon een zenuwslopende drill. Eerst die onregelmatige harde bonken en dan een stukje meezwemmen. Over het talud ging goed, maar bij de kant ging die er als een speer weer vandoor. Een zilveren schim schoot zo weer de diepte in en ik riep naar

Tim dat dit wel eens een 40er kon zijn. “Zeker weten”, bevestigde Tim kalm en schoof het net onder mijn targetvis. Samen vierden wij dit succes en Tim schoot wat heerlijke platen van deze baksteen met prachtige staalblauwe gloed. Ik vond het geweldig om te merken dat Tim grote en vooral zware blankvoorns ook erg kan waarderen.

We hadden elkaar gevonden als partners in crime voor deze missie, want hij wilde er ook eens werk van maken om een echte gigant te vangen. Deze vis klokte precies één kilo en dat betekende weer een nieuwe grens doorbroken voor mij. Even later volgde er nog een voor mij die op twee millimeter na de 40 net niet aantikte, maar dat mocht de pret niet drukken.

Target bijstellen

Tim en Chris Ooms vertelde dat er nog veel grotere voorns zwommen en dat een 40er super mooi is, maar eigenlijk al niet heel zeldzaam meer was. Ik stelde mijn target bij naar een vis van een stukje in de 40 en richting de anderhalve kilo. De visserij beviel me wel en het was ook meer ontspannen dan de op het moment wat overspannen baarsvisserij, waarbij iedereen over elkaar heen buitelt om een 50-er op socialmedia te kunnen zetten.

Terug op het ARK ving ik samen met Marco Kraal tijdens een VIS TV XL opname voor de camera een mooie blankvoorn van 39,5 cm terwijl het de hele dag regende en we zelfs wat natte sneeuw om onze oren kregen. Toen de cameraploeg en Marco weg waren en mijn vispak al aardig door begon te lekken besloot ik toch door te bijten, want nu beten ze. Ik moest het ijzer smeden nu het heet was. Dit doorzetten leverde een nieuw pr van 42 cm op. Helaas een magere vis die niet veel gewicht in het mandje bracht, maar ik schoof zo wel twee hele centimeters op.

Tijdens de opnames van VisTV XL.

Vol goede moed plande ik nog een sessie aan het ARK, maar deze keer kreeg ik billenkoek van de voorns. Een vette nul. Ook dat is vissen. Een schrale troost was dat echte toppers tijdens een wedstrijd verderop ook nauwelijks aan de vis raakten en het leeuwendeel van de deelnemers geen vis op de kaart kreeg.

Ook de sessie erna was het schrapen voor een visje. Het was inmiddels halverwege maart en de verhalen gingen de ronde dat de grote vissen vanuit het ARK de rivier op trokken om te paaien. Dit was het teken om het ARK te verruilen voor de rivieren.

Tijd voor de grote rivier!

Voorns van de rivier

In april vist ik een aantal sessies aan de Waal. Hier ving ik in de ondiepere kribvakken aardig vis en met af en toe een mooie uitschieter ertussen. Een echte dikzak van 1,23 kg werd mijn zwaarste vis tot dan toe. Een gezellige sessie met Christian Kaspers en Tim op de Waal leerde mij dat je met ‘oozing boilies’ soms de grotere exemplaren beter kunt uitselecteren. Dit aas wasemt geur en kleur uit wat zeker in troebel water een enorme aantrekkingskracht op voorn heeft. Met zo’n boilie vang je gewoon nauwelijks voorn onder de 34 centimeter, zo bewees Christian met zijn wat statische aanpak.

Van elkaar leren en het enthousiasme delen voor een bepaalde soort wakkerde het ‘voornvuurtje’ extra aan en al snel werden er nieuwe plannen gesmeed. Tim heeft niet zoveel met kanalen en is een man van het stromende water. De rivieren trekken hem meer dan het ARK. Ook op de Lek was het feest met hoog water en wat stroming.

Boilies aan een helicoptersysteem gevist.

De boilies gepresenteerd aan een helicoptersysteem op slechts één tot twee meter diepte leverden hier een hele serie grote vissen op. Samen met vismaat Hans vingen we zeven 40ers in een sessie. Nu begon het pas echt tot mij door te dringen dat een 40er echt geen zeldzaamheid is in Nederland. Soms ving ik op de Lek in het begin en aan het eind van de sessie wat voorn, maar domineerde de brasem. Zeker als het helder was en de rivier niet stroomde ving je in de vroege ochtend en de schemer wel wat vis, maar was het overdag schrapen.

40’ers zijn geen zeldzaamheid meer.

Een van de laatste sessies van dat voorjaar vist ik met vismaat Orhan op de lek. Die wilde ook wel eens zo’n grote voorn zien. Hij viel met zijn neus in de boter en ving gelijk een 45 cm lange en 1,5 kilo zware blankvoorn op de Lek. Collega Cees den Haan van Sportvisserij ZuidWest Nederland appte af en toe bizarre voornvangsten door en nodigde mij uit om eens aan te schuiven in het Benedenrivierengebied.

Helaas zat de vis tijdens onze sessie net in de paai en vingen we nauwelijks voorn. Toch hadden we het heel gezellig en wisselden onze ervaring op de specimenvoorns uit. Dit kreeg zeker een vervolg.

Hele mooie bonusvis.

Gouden najaar

Na de paai liet ik de voorns met rust en begon pas weer in november. Diverse sessies op het ARK, de Waal en de Lek volgden, maar de echt grote vissen bleven op een 40er na uit. Ik ving wel veel vis op de Lek en er liep een echte bonusvis tussendoor. Een prachtige goudblankvoorn!

Toen ik de vis drilde en in het heldere water een knal oranje schim zag, versnelde mijn hartslag. Dit was een hele bijzondere en deze mocht ik zeker niet verspelen. Bij blankvoorn komen goudvarianten heel weinig voor en ik werd met recht even ‘mister golden balls’ genoemd door Christian en Tim.

Na deze vangst werd ik ‘mister golden balls’ gedoopt.

Toen het wat kouder werd en de afvoer van de rivieren toenam, verkende ik een paar stekken aan de Neder-Rijn. Hier ving ik mooie voorn, maar vooral ook veel brasem. De beste sessie was er een met vijf blankvoorns over de 40 cm. Twee kilo lokvoer viste ik gerust op tijdens een sessie en lekker beet krijgen is natuurlijk leuk, maar echt selectief was het niet. De noodzaak om iets aan te passen zakt al snel weg als je 50 vissen op een dag vangt en er niemand naast je zit die het beter doet.

Ik heb hier – achteraf gezien – heel wat kansen laten liggen door teveel lokvoer te brengen en de casters niet echt een kans te geven. Toch genoot ik ervan en moest ik eerst overtuigd worden dat het beter kon. Het beste leer je door op je plaat te gaan en pas na een aanpassing wél het gewenste resultaat te boeken.

Ik zat op de juiste plek op de juiste stekken en stak er veel tijd. Zo ving ik mijn vissen, dus viste eigenwijs zo door en legde het advies van Tim over minder voer en meer casters plus goede hennep naast me neer.

De finale in het benedenrivierengebied

Halverwege december begonnen Tim en ik met het verkennen van deze enorme rivierdelta. Met wat tips van Cees en wat ‘googlemapsen’ bevisten we verschillende stekken. Een stek was niet te bevissen vanwege grote hoeveelheden drijfvuil dus verkasten we naar de tweede stek. Tim gooide zijn helicoptersysteem – voorzien van een mini boilie – precies op een splitsing waar een kreek uit kwam in de hoofdstroom. De korf plofte neer aan een strakke lijn. “Deze ligt top”, klonk Tim tevreden.

Dat bleek wel, want na enkele minuten kwam zijn Delkim tot leven en even later kon ik een gigantische blankvoorn van 47 cm scheppen. Zoiets had ik nog nooit gezien. Wat een bak! Met gemak haalde deze de anderhalve kilo. Tim zat de hele dag op een roze wolk en ik probeerde uit man en macht ook zo’n mooi resultaat te forceren, maar verder dan wat gigantische kolbleien en wat kleinere voorns kwam ik niet. Tim viste met een hengel vlak bij mijn montages voorzien van boilies, maar probeerde nu even met een bommetje met gelijmde casters op de hair.

Al vlug ving hij een hele knappe voorn van 43 cm en 1,3 kilo. Echt een plaatje van een vis. “Onderschat de kracht van casters niet Pieter”, wreef Tim er nog maar eens in. De volgende sessie herhaalde het scenario zich. Tim ving weer enkele mooie voorns en ik pakte de kleinere, de kolbleien en de brasems, maar langzamerhand begon ik wel te geloven in die casters.

Net in het nieuwe jaar visten we samen weer een sessie en Tim pakte een prachtige 43er. Daarna ving ik er een die net de 40 aantikte. Een leuke vis en een fijne opsteker, maar niet waar ik naar opzoek was. Toen Tim naar huis was ging het hard stromen en besloot ik door te vissen tot donker. Een serie brasems en wat hybriden fopten mij. Iedere keer dacht ik dat ik een gigantische voorn aan de lijn had, maar bij nadere inspectie bleken het hybriden van blankvoorn en brasem te zijn.

“Wanneer valt het weer eens mijn kant op?”, vroeg ik me af…

Meer hoeft het niet te zijn..

De vloek doorbroken

Het bleef een tijdje stil met aanbeten, maar net voor donker kwam daar dan toch de verlossende aanbeet op het helicoptersysteem met casters die vlak onder mijn eigen kant lag. Dit was een voorn en een hele beste ook. Iets over de 43 cm bij een gewicht van 1.3 kilo. Meteen belde ik Tim om dit succes te delen. De vloek was nu doorbroken. “Zie je wel, die casters doen het hem en je had gewoon wat pech dat je steeds die kolbleien, brasems en de wat kleinere voorns ving”, vertelde Tim. “Een grotere van 46 of 47 ga je komende tijd ook nog wel vangen hoor”, klonk het optimistisch.

Ik heb er wel eens comfortabeler bij gezeten!

De volgende drie sessies in januari viste ik alleen. Het was ijzig koud, het vroor soms licht en ik moest vechten tegen het hoge water. Zeker als het vloed werd kwam het al hoge water nog eens extra omhoog. Dit systeem staat namelijk onder flinke invloed van de getijden. Soms kon ik hele delen van de dag niet eens zitten, maar moest met mijn waadpak aan tot aan mijn middel het water in om naast de hengels te kunnen staan. De visserij was uitdagend en bijzonder taai.

Het is soms vechten tegen het hoge water.

Toch kwam ik volledig tot rust in dit winterse en zeer rustige strijdtoneel en lukte het iedere keer om één tot drie veertigers te vangen terwijl ik meestal slechts een hand vol vissen ving. Dit gaf met wel het nodige vertrouwen en het gevoeld dat er ieder moment een echte knaller tussendoor zou kunnen komen. Ondertussen genoot ik van de prachtige natuur. Zeearenden en bevers kwamen even kijken en ik kletste gezellig met twee gepassioneerde snoekvissers die hier ook gericht op joekels viste.

Ze trakteerde mij zelfs op een warme pannenkoek met stroop en nieuwe vriendschappen werden geboren.

De vangflow

In februari hadden collega Mark Pijnappels en ik onze zinnen op een nieuwe stek gezet. Samen visten we daar een mega sessie met veel dikke voorns. Allebei braken we daar onze persoonlijke records. Eindelijk ging ik door de 1,5 kilo grens en tikte net de 45 cm niet aan. Gelukkig had ik verse casters bij me, want die maakten nu echt het verschil. Ik ving vooral de grote vissen en ontliep de brasems.

De volgende sessie bestond uit een korte ochtend. In korte tijd wist ik vier 40ers te vangen tot 44 centimeter. Nu voelde ik dat die 45 centimeter grens spoedig doorbroken ging worden. Begin maart was ik weer terug en de stek liep meteen in de ochtend al erg goed. Veel vis, maar ook veel kleintjes.

Actie in februari.

Na even met maden de boel op te startten, schakelde ik volledig over op de casters. Ik ving een goed aantal 40ers. Bij een lastige beet waarbij ik enkel één tik zag sloeg ik vast op een log gewicht. Als dit geen brasem was dan moest het een knots van een voorn zijn. De kenmerkende abrupte kopstoten wezen toch op voorn en even later schoof ik het net onder een nieuw pr: 45,5 cm en 1,56 kg. De druk was er nu volledig af, maar ook de aanbeten vielen er totaal uit. Tijd om even te lunchen en na te genieten van de mooie vangsten.

De ochtend was goed voor zeker 40 vissen, maar nu kreeg ik zelfs op de maden nauwelijks nog een beet. De zon brak door en het was heerlijk toeven, het voorjaar zat al in de lucht. Pas later in de middag kreeg ik weer af en toe een beet, maar dat waren zonder uitzondering allemaal grote vissen.

Grote hybriden maar ook voorns van bizarre afmetingen en af en toe een flinke lap van een brasem. Een voorn van 47 cm spande de kroon. Deze vis was niet extreem zwaar, maar had wel een lengte waar ik voorheen alleen nog maar over kon dromen. Ik belde Tim om te melden dat ik nu ook tot de 47er club behoorde. “Dik verdient Pieter, en nu wat eerder naar huis?”, vroeg Tim.

Ultieme beloning

Ik besloot nog even door te vissen, want ik was er nu toch en mij vriendin was nog aan het werk. Net toen ik dacht dat de dag niet meer beter kon worden, kreeg ik een aanbeet van een logge vis en had het vermoeden dat het om een brasem ging. Vlak voor de kant zag ik tot mijn grote verassing dat het een enorme voorn was die alle voorns die ik tot dan toe ooit had gezien tot ‘kleintjes’ degradeerde. Deze was buiten proporties groot, vulde bijna het hele pannet en had een knik in de rug waardoor hij als een sterrenkijker omhoog keek.

Het meetlint gaf 48,5 cm aan en ik was over the moon! Een halve centimeter over het Nederlandse record! De weegschaal stopte bij 1,74 kilo. Na deze beuker gingen de hengels eruit en belde ik nog even met Tim om het succes te delen. We planden meteen een gezamenlijke sessie in. Zelf had ik niets meer te wensen over, maar een gezellige pot samen vissen sloeg ik niet graag af.

Over the moon met deze beuker.

Tim was al vroeg aanwezig, maar ik had een zeer trage start. De vermoeidheid van de intensieve periode met vele lange en koude sessies kwam er uit nu de druk weg gevallen was. Ik tuigde langzaam op, dronk een kop thee en keek hoe Tim geroutineerd de eerste 40ers van de dag ving. “Kom op Beelen, een beetje fanatieker”, grapte hij. Ik zei dat hij de kleintjes mocht vangen en dat ik zo die beuker wel zou arresteren.  

De ultieme beloning.

Vierponder

Terwijl Tim een grove voorn van ruim over de 1,5 kilo schepte drilde ik ook mijn eerste vis van de dag. Het was duidelijk een belachelijk zware vis. Ik zei “als dit een voorn is, dan is die nog veel zwaarder dan die in jouw net ligt maat.” Tim keek geschrokken naar mijn voorn toen die voor het eerst boven kwam en riep: “Dat is een dikke vierponder man!”

Ik besefte niet wat dat betekende en keek naar de staart op het lint die stopte op 47,5 cm. Het gewicht was echter nog indrukwekkender. 1,91 kilo betekent inderdaad een Engelse vierponder: 4 lbs en 3 oz. In Engeland is ooit een vis van 45 gram zwaarder gevangen, maar in Nederland heb ik nog geen betrouwbare bronnen kunnen vinden van zwaardere blankvoorns.

Een heuse ‘four pounder’.

Dat er in ons land vissen van twee kilo of groter moeten zwemmen, daar ben ik wel zeker van. Tim draaide resoluut alle hengels eruit, maakte de aller beste foto’s en stelde voor om het even te vieren met een lunch van lekkere zelfgebakken hamburgers. Dat was een perfect plan en super fijn om niet meteen als een gek door te vissen, maar even goed binnen te laten komen wat we hier zojuist samen geflikt hadden.

Genieten met Tim!

Na de lunch vingen we nog een aantal mooie vissen, waaronder een 47er voor mij die niet meer zoveel indruk op ons maakte. Het was mooi geweest en dit was mijn laatste sessie. De missie blankvoorn is voor nu afgesloten en de focus gaat nu naar andere soorten.

Misschien zijn neefje? De rietvoorn? Dat pr staat al jaren op mijn lijst met 42 cm, dus daar zit zeker nog wat rek in!
 

Over de auteur

Pieter Beelen

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen