Wat een mazzel hebben we dit voorjaar. Hoewel de natuur snakt naar een beetje hemelwater is het wel heerlijk toeven aan de waterkant dit voorjaar. Vrijwel ieder weekend staat het zonnetje hoog aan de hemel en kunnen we er in een t-shirt en korte broek opuit, lekker man!
Voorjaarscompetitie, dus lekker veel vissen!
April staat voor mijn vismaat Jan en mij altijd in het teken van de voorjaarscompetitie van de Amsterdamse AHV. Vier zondagen achtereen vissen op de Amstel en Amsteldrecht is echt geen straf. De mannen van de AHV organiseren deze competitie ieder jaar en de animo is groot, dit jaar begonnen we aan de serie met 72 koppels, verdeeld over 8 sectoren. Onder de bezielende leiding van Cor Schenk worden de AHV wedstrijden strak en netjes georganiseerd en de loting geschiedt digitaal, een dikke pluim voor deze mensen!
Wanneer wij na het vissen vanuit Amsterdam weer huiswaarts rijden richting de Achterhoek, komt de volledige uitslag en tussenstand altijd al binnen via de mail, knap werk. Er is wel eens wat kritiek op digitaal loten maar persoonlijk vind ik het wel prettig wanneer de wedstrijd ver van huis is.

Het scheelt ons een hoop tijd en de computer van Cor lijkt beter te kunnen loten dan ik zelf. Ik vind het helemaal prima. In Tiel bijvoorbeeld is de kantine vlak bij het water, dan is het ook wel weer leuk om fysiek te loten onder het genot van een bakkie koffie en een praatje met mede vissers. Voor beide opties is iets te zeggen.
Wat een vis werd er dit jaar weer gevangen! We startten op de Amstel waar we met 40 kilo een derde plaats noteerden, op dat moment het hoogst haalbare voor ons gezien de vangsten om ons heen. Dag twee opnieuw de Amstel, kop en staart bleken niet te kloppen die dag. Na een zeer trage start die twee uur aanhield kwam het voor ons langzaam maar zeker op gang maar met 32 kilo moesten we een 4 slikken. Niet slecht natuurlijk maar in vakken van 9 is het toch eigenlijk niet goed genoeg.

Toen door naar de Amsteldrecht, we trokken een nummertje één van staart. Ons vak bleek niet zo goed te zijn die dag, pas in het tweede deel van de wedstrijd konden we een aantal mooie brasems vangen. Met ruim 10 kilo werden we wederom derde, maar wel op ruime achterstand ten opzichte van kop en staart, dus weer het maximaal haalbare. De beste van de rest.
Dus, de laatste wedstrijd moest het gaan doen voor ons. Omdat de kopstekken eerlijk verdeeld worden, kon het bijna niet anders of we zouden er eentje krijgen voor de laatste wedstrijd. En yes, in de mail verschijnt de staart van het tweede vak op de Amsteldrecht, we gingen er eens goed voor zitten!

Maar, soms zit het mee en soms zit het tegen. Het werd dat laatste. Het gedeelte van het parcours waar we zaten, leek wel verlaten door de vissen. Met drie brasems werden we opnieuw vierde, alle vis werd helemaal aan de andere kant van het vak gevangen, niets aan te doen. 3-3-4-4, met één afschrijver kom je op 10 punten, één punt te kort voor de eindprijzen. Deze hele competitie voelde een beetje als een kwartje dat maar niet onze kant op wilde vallen. Maar goed, dat is wedstrijdvissen, het kan niet altijd feest zijn.
Gelderse IJssel
Waar het wel feest bleek te zijn, was tijdens mijn eerste sessie aan de IJssel dit jaar. Samen met vismaat en kameraad Jeroen Gruijs hadden we een dagje gepland op een stukje strekdam waar ik afgelopen jaren een aantal keren had gevist en waar kolblei steevast de boventoon voerde.
Dat was die dag niet anders. Kolbleien zijn schitterende vissen om te vangen op de rivier, deze vissen azen gretig en geven prachtige en niet te missen aanbeten. Een paar felle tikken waarbij de korf los komt en de vissen haken zichzelf. Door het uitblijven van regen staat de de IJssel laag en kun je relatief licht vissen. De strekdam ligt net na een buitenbocht waardoor het er altijd flink stroomt, met een korf van 80 gram met ankers kunnen we perfect op een 23/24 meter vissen.

Al bij de tweede korf komt de eerste aanbeet, kolblei! Het blijkt de eerste van een hele lange serie, bij vlagen kregen we niet eens de kans om de hengel op de steun te zetten na het laten afzakken van de korf of de top stond al weer te rammelen. Deze vreetorgie hield een uur of drie aan, toen werd het aantal beten wat minder maar verschenen er ook dikke brasems ten tonele, een platte van 2 kilo in de volle stroming is iets anders dan een brasem op de vijver kan ik je zeggen. Prachtige visserij!
Na 5 uurtjes stoppen we er mee en staat mijn vistellertje op 93 stuks, dat is hard werken op de IJssel. Je vist met een relatief zware korf op redelijke afstand. Steeds weer korf vullen, werpen, laten afzakken, beet afwachten, drillen, scheppen, onthaken en weer door. Om zo Op deze manier een aantal uren meer dan 25 vissen per uur te vangen begint aardig op werken te lijken. Maar wel heel mooi werk!

IJsselwedstrijd
Half mei stond voor mij de eerste wedstrijd op de IJssel op de agenda. Dit was de eerste van 3 individuele wedstrijden die ik zelf organiseer samen met Joop Gerrits namens HSV Ons Belang uit Zutphen. We vissen in drie vakken op drie verschillende strekdammen. Zelf mag ik naar Deventer en krijg nummertje 9 aangewezen, geen favorietje maar wanneer het om brasems gaat, hoeft dit geen slechte plek te zijn. En, niet direct verwacht, maar uiteindelijk blijkt het om dikke brasems te gaan deze dag.

Mijn buurman rechts schiet uit de startblokken en weet het eerste uur al 10 dikke vissen te vangen terwijl het voor de rest overal nog rustig is. Dan vangt mijn linker buurman ook 3 dikke brasems terwijl ik alleen nog maar een stuk of 7 voorns heb gevangen. De achterstand loopt snel op..
Bij mij duurt het bijna anderhalf uur voor ik de eerste platte kan vangen maar dan volgen er vliegensvlug nog twee en doe ik weer mee voor de prijzen op dat moment. Behalve mijn rechter buurman blijkt iedereen het lastig te hebben om vissen te blijven vangen. Af en toe weet ik nog een brasem te vangen maar tussendoor belandt er ook regelmatig een mooie voorn in het net. Ik sluit de wedstrijd af met 27 vissen, 9 brasems en voor de rest voornamelijk voorns van 200 – 350 gram. Met net geen 20 kilo wordt ik tweede in mijn vak, niet slecht na de trage start.

Het parcours in Deventer waar ik zat, kent een bodemverloop waarbij het kort onder de oever het diepst is en daar heb je ook een harde bodem. Ga je verder dan een meter of 20, dan wordt het iets ondieper en de bodem wat zachter. Dat is iets om rekening mee te houden bij het maken van keuzes.
Deze wedstrijd lag de vis, en zeker de dikkere vissen, voornamelijk op de korte lijn. Dat is mooi vissen want dan volstaat een 12ft hengel en kun je met korven van 50/60 gram uit de voeten. Licht vissen op snel stromend water, dan krijg je hele dikke aanbeten van een brasem van 1,5-2 kilo kan ik je zeggen.
Riviervissen op zijn mooist!
Reageer