Dik of dun?
De koning van de stroming, zoals ik de barbeel ben gaan noemen. Een eretitel die deze vis volledig verdient, al zullen vissers uit andere disciplines hun eigen riviervis waarschijnlijk ook zo noemen… Toch is de titel naar mijn mening terecht. De barbeel is echt een koningsvis. Hij levert een enorme strijd aan de lijn, waarbij vaak veel lijn van de spoel wordt getrokken.
Gierende molens en waterkeuze
Gierende molens: een geluid dat écht bij het barbeelvissen hoort. En geloof me, hoe smaller de rivier en hoe ondieper het water, des te groter de strijd, de runs en de beleving! De sensatie op een klein water is vele malen groter. De aantallen zijn vaak kleiner, maar één aanbeet van een barbeel maakt de dag al volledig geslaagd.
Dat de tijd tussen aanbeten op een kleine rivier soms langer is, heeft ermee te maken dat de stek volledig verstoord raakt bij een aanbeet. Het duurt dan ook langer voordat de barbeel zijn rust hervindt en terugkeert.
De keuze van het water bepaalt de beleving. En daarmee maak ik meteen het bruggetje naar mijn onderwerp: de keuze van de onderlijn. Na het lezen van dit artikel zul je waarschijnlijk denken: logisch! En precies dáár draait het om in de visserij: logisch en eenvoudig denken en vissen.
De onderlijn
Dat geldt ook voor de keuze van de onderlijn. Niet alleen de dikte is belangrijk, maar ook het materiaal. Voor mij persoonlijk is dat niet moeilijk: nylon. In mijn ogen is gevlochten draad niet geschikt voor het vissen op barbeel. Tot op heden ben ik nog geen rivier tegengekomen waar ik met een gerust hart een gevlochten onderlijn zou monteren. Grote stenen en obstakels verhinderen dat.
Afgelopen jaar stond ik tot mijn middel in de Grensmaas en voelde ik de kracht van het water in mijn rug duwen. Later, toen het water nog eens zo’n 40 cm steeg, nam de kracht en druk nóg meer toe. De paar uur dat ik er stond, rolden er regelmatig stenen langs mijn voeten. Alsof de bodem zich voortdurend verplaatste. De kracht van water kun en mag je niet onderschatten.

Waterplanten
Logisch dus dat de planten op de bodem van een snelstromende rivier stevig zijn. Niet alleen stevig, maar vaak ook dikker van structuur om zich staande te kunnen houden. Het is dan ook niet meer dan logisch dat vissen die zich in die stroming ophouden (zoals barbeel en kopvoorn) gewend zijn aan deze dikke stengels en zich daar niet aan storen.
Daarop voortbordurend zal barbeel zich dus niet storen aan een dikke onderlijn. Hij is de aanraking van die diameter gewend. Daarentegen zal hij wél schrikken van dunner materiaal. Barbeel, maar ook kopvoorn, schrikken bij aanraking van dunne draden: dat is voor hen gevaar. Dikke lijnen, zelfs gevlochten of gecoate lijn van 41/00, accepteren ze zonder problemen.
Op stilstaand water is het juist andersom: daar schrikt de vis eerder van dikke draden en niet van dunne. Vaak groeit er daar draadalg of andere dunne planten op de bodem, die nauwelijks vastzitten. Logisch dus dat vissen daar niet schrikken van iets duns, maar wel van een dikkere draad. Daarom gebruik ik op de grote stromende rivieren met gemak 31/00 of 33/00 als onderlijn, en op de kleinere rivieren 22/00 of 25/00.
Stel je voor: je wordt in een donkere kelder gezet en iemand zegt je dat er een uitgang is. Je houdt instinctief één hand voor je gezicht, terwijl je met de andere een lichte zwaaibeweging maakt om iets te vinden, een wand bijvoorbeeld. Raak je een spinnenweb, dan maak je een snelle, paniekerige schrikbeweging. Raak je een dikkere draad of kabel, dan duw je die rustig weg en loop je door.

Beeldmateriaal
Deze wijsheid over de dikte van de onderlijn is duidelijk te zien op een Engelse dvd. In de vierde dvd uit de serie Ways and Days van Bob Roberts wordt met uitstekende onderwaterbeelden duidelijk gemaakt wat er onder water gebeurt, wat er te zien is en hoe vissen reageren. Schitterende en leerzame beelden.
Na het zien daarvan werd het voor mij nóg duidelijker dat de dikte van de lijn eerder in het voordeel dan in het nadeel werkt. Ik zou zelfs eerder een gecoate lijn gebruiken dan nylon, simpelweg omdat die nog stugger en sterker zijn. Het is verbazingwekkend om te zien dat barbelen en kopvoorns ongestoord dooreten wanneer ze een gecoate lijn van 41/00 aanraken, en hoe snel ze uiteenstuiven bij contact met een dunne onderlijn. Het wordt zelfs nog erger bij fluorocarbon… Hoezo onzichtbaar is beter?!
De kracht die op de onderlijn komt te staan is enorm. De knoop moet daarom goed zijn, en je vertrouwen in het materiaal ook. Pas dan kun je echt genieten van de strijd die een barbeel geeft.
En daar doen we het uiteindelijk voor: genieten aan, of in, het water!

Reageer