Wedstrijdvissen is en blijft een sport waar zaken als vertrouwen en ervaring een grote rol spelen. Wanneer de basis qua materiaal en aanpak in orde is, komen de resultaten vanzelf. In het vroege voorjaar visten we een competitie waarin we het gevoelsmatig niet slecht deden maar de bekende kwartjes vielen steeds net verkeerd. Zo werden we steeds derde of vierde, niet slecht maar het kan natuurlijk beter. Toch had ik er steeds een goed gevoel bij..

De afgelopen periode
Wat een prachtige periode qua vissen heb ik de afgelopen maand achter de rug. Soms heb je van die tijden dat alle puzzle stukjes in elkaar vallen en alles lukt wat je bedenkt en probeert. Het blijft echter vissen dus geen tijd om op de louweren te rusten, scherp blijven.
Een tijdje terug organiseerde ik een wedstrijdje aan het Amsterdam Rijnkanaal bij Tiel. Omdat ik, wanneer ik organiseer, geen nummertje wil pakken om elke schijn van vals spel te vermijden, nam ik het nummer dat als laatste over bleef. Het werd nummer 45, kenners weten dat dit geen favoriet is bij velen en één met een zeer vuile bodem op een groot gedeelte van de stek.
De mossels lagen inderdaad verspreid tot zeker 45 meter uit de oever. Het water stond vrij laag dus ik vroeg mij af of de vissen zich wellicht kort onder de oever zouden ophouden om minder last van de scheepvaart te hebben. Ik gokte naast de verre stek op een plekje onder de 25 meter en voerde deze aan met een zestal goed gevulde grote voerkorven en liet deze eerst met rust. Vervolgens startte ik op de verre lijn maar had na 3 kwartier nog geen beet kunnen krijgen.

Tijd om de korte lijn eens te proberen. De eerste twee worpen leverden meteen 2 kleine bliekjes op en omdat ik om mij heen ook niet veel zag vangen, besloot ik flink in te zetten op de kleinere vis, soms is dat genoeg om te winnen op dit kanaal. Een haakje 18 met twee maden leverde regelmatig een visje op. Toen ik mijn buurman echter zijn tweede mooie bliek zag scheppen, sloeg de twijfel in de keuze wel een beetje toe. Met alleen kleine vis ging ik het waarschijnlijk niet redden.
Net op het moment dat ik weer wil switchen naar de verre lijn wordt de top in één keer rond getrokken en kan ik een typische Tielse blankvoorn van een kilo landen. Nog sterker, binnen een half uur vang ik 3 van die kneiters! De korte stek doet dus toch zijn werk. Gaandeweg krijg ik nog steeds af toe een beet waar anderen eigenlijk alleen naar een stilstaande top zitten te kijken. Met 6,5 kilo kan ik mijn vak ruimschoots winnen. Zo belangrijk is het maken van de juiste keuzes.

De volgende wedstrijd
Voor de eerstvolgende wedstrijd ging de reis naar de Waal om als invaller een koppelwedstrijd te vissen met Ronald van Vulpen. Hier was ik de laatste 15 jaar, of misschien nog wel langer, niet meer geweest. De vangsten waren de weken voorafgaand niet geweldig dus we bedachten een tactiek waar we beide kanten van de krib zouden bevissen. Zo hoopten we beide een kilo of 10 kilo vis te kunnen vangen, hetgeen genoeg zou zijn voor een aardige uitslag.
We lootten krib 15, wij hadden geen idee maar de locals wisten te vertellen dat dit niet zo gunstig was. Ronald viste instromend, hier is het minder diep dan aan de uitstromende kant van de krib maar wel de kant waar eventueel de grote vissen zich ophouden. Ik viste vanaf de krib aan de uistromende zijde. Hier kun je relatief licht vissen en kun je voorn, kolblei een blieken verwachten.

Volgens insiders kon je hier wel 10 kilo kleinere vis bijeen sprokkelen. Ik hou wel van die visserij en ging er eens goed voor zitten. De hele wedstrijd kreeg ik wel beet, naast genoemde vissoorten ook opvallend veel blauwneusjes en zelfs een meerval die helaas niet meetelde. Na 5 uur stond de teller op ruim 60 vissen die goed waren voor dik 17 kilo, ik was zeker tevreden.
Omdat je elkaar niet kunt zien zitten, hadden Ronald en ik enkele keren contact via de telefoon en begreep ik dat het bij hem ook lekker ging met ook mooie vissen. En hoe! Zijn 32 vissen waren goed voor ruim 67 kilo en samen met mijn 17 kilo wisten we de wedstrijd te winnen met ruim 85 kilo. Een prachtig weerzien met de Waal.

De trio wedstrijd
De dag erop viste ik met Jan Pellen en Arnout van de Stadt de jaarlijkse trio wedstrijd op drie verschillende wateren rondom Amsterdam: Amstel, Amsteldrecht en Noord Hollands kanaal. Ik mocht naar het NHK, dus werd naast de feeder ook de vaste stok klaar gemaakt. Het bleek een redelijk taaie visserij te worden waarbij de feeder uiteindelijk de doorslag gaf.
Dit ging echter niet vanzelf, alleen na een periode van rust kon ik een mooie brasem of bliek vangen. Het was dus steeds zaak om te wisselen tussen stok en feeder. Een half uurtje stokken om kleine vis bijeen te harken en dan weer even kijken op de feederplek voor een bonusvis. Al doende kon ik uiteindelijk ruim 10 kilo vis vangen en vanuit het midden van mijn vak een tweetje noteren, dat is altijd lekker.
Jan en Arnout deden eveneens goede zaken en werden beide ook tweede in hun respectievelijke vakken. Met 6 punten winnen we deze toch wel grote wedstrijd met 33 trio’s.

De Ijssel
De volgende wedstrijd is aan de IJssel bij Deventer. Ik mocht plaats nemen op nummer 3, de laatste weken werd de meeste vis gevangen op de hogere nummers dus wachtte er weer een pittige klus voor een goed resultaat. Ik bedacht om een stek te maken op 27/28 meter met waarschijnlijk windes als target aangezien dit het ondiepere gedeelte van het vak was.
Tijdens het opbouwen draaiden er een aantal mooie vissen dicht onder de oever, dit deed mij besluiten toch een tweede lijn uit te peilen hoewel dat op dit gedeelte riskant kon zijn vanwege de aanwezige steenstort. Toch vond ik een plekje tussen de 15 en 16 meter waar ik vrij kon vissen. Voor de zekerheid monteerde ik een zwaardere korf dan nodig zodat deze niet weg zou rollen. Juist dan kom je vast te zitten op een vuile bodem, ingooien en liggen was het devies.

Dit bleek een gouden keuze. De dikke vissen bleken zich vrijwel alleen kort op te houden en met name de eerste twee uur van de wedstrijd kon ik goed vangen op de korte lijn, naast een aantal kleinere voorns ving ik ook een aantal mooie brasems, en dikke windes. Later in de wedstrijd werd het wel lastiger om beet te houden maar door regelmatig te wisselen tussen beide stekken, kon ik toch een visje blijven vangen. Met 38 vissen, goed voor 16,5 kilo kon ik opnieuw een vakwinst bijschrijven.
Je kunt prima wennen aan dit soort periodes waarin alles lijkt te lukken, ik weet echter maar al goed dat kwartjes ook de verkeerde kant op kunnen vallen.
Het mooiste van deze serie mooie resultaten is dat ik steeds na de loting het idee had dat ik niet gunstig zou zitten. Zo zie je maar dat vissen altijd onvoorspelbaar blijft en dat is misschien meteen het mooiste van onze sport. Een vis kan zwemmen…
Fingers crossed!
Reageer