Het is februari als dit verhaal zich afspeelt. Langzaam kruipt de winter richting voorjaar, en de viskriebels komen eerder dan die van de lente. Toch duurde dat dit seizoen even. Vaak offer ik de winterperiode op om wat klussen rondom huis af te ronden. Je kent het wel: zo’n beloofde klus aan jezelf of je partner die veel te lang is blijven liggen, maar die nu toch eindelijk vorm krijgt. Terwijl ik tijdens het klussen de agenda eens doorneem, zie ik een visafspraak met pa staan. Via de app overleggen we een plan.
Daarna ronden we thuis snel af, althans, dat dacht ik. Later blijkt het een hele korte nacht te worden. Toch sta ik de volgende ochtend mooi op tijd bij de stalling. Zoals altijd is pa al ruim op tijd, en knopen we de boot snel achter de auto. Let’s go!
Het plan
Via een korte maar mooie route door de polder komen we bij de helling. Een klein water waar ik als kind vaak kwam, is vandaag het decor. Echt back to my roots. Een mooi, helder, ondiep kanaal dat verbonden is met een groter en dieper waterstelsel. Wat hebben pa en ik hier toch altijd een hoop plezier gehad.
Echt grote vissen hebben we hier nooit gevangen, maar in deze periode moeten er toch grote snoeken optrekken. Althans, dat idee spookt al een tijdje door mijn hoofd. De grootste die we hier ooit vingen stond tot vandaag op 93 cm. Op zich al een mooie vis, en we hebben hier toch echt wel onze uurtjes gemaakt. Toch kriebelt het al jaren: wat zou ik hier graag eens een metervis vangen…

Het is een uurtje of acht als pa en ik de eerste worpen maken. Pa met een mooie shad, ik iets trager met een Divani jerkbait. Het aasje loopt net onder het oppervlak en is dus goed te volgen. We maken tientallen worpen, maar nog zonder actie.
Het duurt ongeveer een uur, dat zoals jullie weten op het water voorbij vliegt, als ik de eerste aanbeet krijg. Een grote kop grist met overtuiging de jerkbait net onder het oppervlak vandaan en geeft me meteen een mooie sport. Even komt ze met een sprong het water uit. Pa vindt dat prachtig. Ik hou dan altijd m’n hart vast dat ze los zal schieten, maar ze blijft hangen! Even later kan ik een hele mooie vis landen.

Dit kan wel eens de meter zijn, joh. Natuurlijk hoop je altijd op zo’n vis, maar ergens verrast het toch dat de eerste aanbeet meteen een grote is. Op het meetlint haalt ze exact 100 cm. Alsof het zo moest zijn. Pa schiet wat mooie platen, en dan mag ze terug. Net zo snel als ze kwam, is ze ook weer verdwenen.
“Op naar de volgende, pa.”
“Ja jongen, de grootste is alvast binnen waarschijnlijk.”
“Dat weet je nooit…” hoor ik mezelf nog zeggen. Tegen beter weten in. De sfeer zit er in elk geval meteen goed in.

En door! Toch?
We vervolgen onze weg, maar krijgen werpend totaal geen actie meer deze ochtend. De grote dame lag blijkbaar alleen, of was de enige met honger. Na het stillen van onze eigen honger is het tijd voor een andere aanpak. Na wat zoekwerk vinden we op de dieptemeter aardig wat prooivis, maar deze liggen best verspreid. We besluiten er trollend wat tijd in te steken. Lekker oldskool, met beiden een hengel in de hand.
Na een tijd stilte lijken we ze dan eindelijk te vinden. Pa vangt een kleinere snoek op een Westin Swim. Klein maar fijn, die mag zonder foto weer zwemmen. Ook vis nummer drie is voor pa. Na een mooie dril mag ook hij op de foto. Een enorm dikke vis. Niet zo lang als de eerste, maar de omvang maakt veel goed.

Omdat we deze twee vissen kort achter elkaar vingen, besluiten we nog even door te gaan. De dag nadert z’n einde, maar als je op de vis zit, kun je gewoon niet stoppen. Vissen liggen in het voorjaar vaak bij elkaar. En als je ze vindt, moet je blijven hangen. We vissen hetzelfde stukje dus gewoon nog eens. Met succes!
Het betere werk
De aasjes liggen pas net weer in als ik een enorme dreun op de hengel voel. Meteen weet ik: dit is serieus. De vis voelt zwaarder dan de metervis van die ochtend. Het zal toch niet? Als ze bovenkomt, zien we alleen een brede rug. Uit haar bek steekt enkel de onderlijn. De Fishion Lures Tench is volledig verdwenen. Omdat ik de dreggen niet goed kan zien, gaat het net eronder.
Lachend kijken we elkaar aan. “Wat is dit dan?” Gelukkig gaat het onthaken soepel, en kan pa snel wat plaatjes schieten voor ze weer terug mag.


Met een krachtige staartslag verdwijnt ze. En wij zitten in de boot heerlijk na te genieten. Niet één, maar twee metersnoeken van dit water.
We vissen het stukje nog één keer en pa weet zelfs de vijfde snoek van de dag te vangen. Geen monster, maar de actie blijft leuk. Dan besluiten we dat het mooi is geweest. Wat mij betreft: een topdag.
Ook al hebben we op andere wateren wel grotere snoeken gevangen, toch komt deze dag vaak in me op als iemand vraagt naar mijn mooiste visherinneringen. Samen met je vader terug naar het watertje waar het begon, en dan zó’n dag beleven.
De spreekwoordelijke cirkel is rond. Stiekem zijn de onverwachte momenten toch vaak het mooist.
En mijn visdrang? Die was na al dat geklus weer helemaal terug. Ik kan het nog.
Bedankt pa, op naar meer avonturen!
Reageer