Home » De hoogte- en dieptepunten van de rivier de Ebro
Karper

De hoogte- en dieptepunten van de rivier de Ebro

De rivier de Ebro in Spanje is al zo lang als ik me kan herinneren een beroemde bestemming. In de afgelopen jaren heeft de rivier echter een soort opleving doorgemaakt en is het misschien wel een betere bestemming dan ooit tevoren. Ik heb door de jaren heen verschillende trips gemaakt, allemaal in de winterperiode, voornamelijk om de ongewenste aandacht van de meervallen te vermijden.

Deze komen in grote aantallen voor in de rivier en kunnen gigantisch groot worden. In koudere periodes neemt de activiteit van de meerval aanzienlijk af en is het mogelijk om met pellets en boilies te vissen zonder al te veel last van deze vissoort te hebben. Zoals bij alle rivieren in Europa kunnen de omstandigheden op de Ebro sterk variëren. Als je op het verkeerde moment gaat, kan het vissen moeilijk zijn.

Het bekende stuk bij Mequinenza, waar de Segre en Ebro samenkomen.

Hoge waterstand en uitdagingen

Mijn eerste twee trips waren in februari en ik merkte dat het waterpeil zowel hoog als zeer krachtig was, gecombineerd met grote hoeveelheden drijvend wier, wat het vissen erg lastig maakte. Ik heb op beide trips toch vis gevangen, maar de eerste keer bleek dat vissen in de hoofd stroom vrijwel onmogelijk was. Zelfs toen ik mijn aas met grote stenen verankerde, reageerden de vissen niet eens in de normaal goede gebieden.

In plaats daarvan moest ik vanaf de aangemeerde boot vissen naar de ondiepe randen van rietbedden, en daar wist ik enkele Ebro-karpers te vangen. De tweede keer, met de hulp van Nick Shattock, vonden we een aantal vissen in een gedeelte buiten de hoofd stroom bij Fayon, en daar hadden we een goede week met dagelijkse vangsten. Dus zelfs als de omstandigheden niet ideaal zijn, is het mogelijk om vis te vangen als je bereid bent om te experimenteren en hard te werken.

Een Riba Roja-bak van ruim 22 kg.

Succes in Riba Roja

In de afgelopen jaren heb ik de rivier in vrijwel perfecte conditie aangetroffen, en het vissen was overal waar ik viste erg goed. De Ebro beslaat uiteraard een groot gebied en de omstandigheden verschillen afhankelijk van waar je je bevindt. Ruim een jaar geleden hebben we een soort Ebro-tour gedaan, beginnend met een week op het Riba Roja-gedeelte, waar Ditch Ballard en Ebro Mad Cats zijn gevestigd.

Dit is een smaller gedeelte van de rivier met een geheel eigen karakter: rustig en vredig. De karpers in dit deel zien er anders uit dan in andere delen; ze zijn korter, forser en vaak donkerder van kleur – prachtige vissen. Op advies van Ditch gebruikten we tijgernoten en maïs, omdat meervallen nog steeds boilies zouden pakken. Ik probeerde het toch met boilies op een hengel en ving al snel een meerval, maar de tijgernoten werden exclusief door karpers genomen.

Preciezer voeren loont!

Onze eerste paar dagen in Riba Roja waren erg rustig, maar zodra ik overschakelde op preciezer voeren, begon het te lopen. In eerste instantie strooide ik maïs en tijgernoten met een voerschep voor ons uit, maar toen dat niets opleverde, ging ik met de boot uit en voerde ik kleinere gebieden op dieptes tussen 6 en 7 meter aan. Het verschil was verbluffend: die nacht ving ik vier of vijf vissen (nachtvissen is daar toegestaan) en vanaf dat moment bleef de actie consistent met veel mooie vangsten.

Ditch vertelde dat er al een tijd geen vis van 20 kg of meer gevangen was, maar dat ze eraan zaten te komen. Joan’s allereerste Ebro-karper was een prachtige wilde schubkarper van net iets meer dan 20 kg, en later die week ving ik er zelf een van 22 kg. Dit zijn zeer goede vangsten voor de rivier. Er zwemmen nu ook enkele enorme spiegelkarpers in de Ebro en het rivierrecord bevindt zich momenteel in het Riba Rojagedeelte, al weet niemand hoe die vis daar terecht is gekomen.

Joan’s eerste Ebro karper, ruim 20 kilo..

Mequinenza: het hart van de Ebro

Het meest bekende deel van de Ebro is natuurlijk Mequinenza, en het blijft een populaire plek voor vissers. Het is ongeveer een uur rijden vanaf Riba Roja, wat al iets zegt over de omvang van de rivier. Behalve bij de dammen kunnen de vissen vrij zwemmen, waardoor de hoeveelheid en de grootte van de gevangen vissen per gebied kunnen variëren.

Het grootste verschil dat me opviel in Mequinenza was dat boilies daar veel effectiever waren dan tijgernoten. De Mequinenza-karpers zijn dol op Scopex Squid-boilies, vooral als de haakaasjes versterkt zijn met Scopex Squid hook bait spray. Dit aas presteerde aanzienlijk beter dan alles wat daar werd gebruikt en opvallend genoeg was de meervalactiviteit minimaal.

Mequinenza bij nacht.

Degelijk maar zwaar materiaal!

De verschillende delen van de rivier variëren qua stroming, diepte en obstakels. Sommige gebieden zijn diep maar redelijk schoon, terwijl andere bezaaid zijn met oude boomstronken en rotsen. Ik gebruik altijd zo sterk mogelijk materiaal, zoals sterke gevlochten hoofdlijn voor direct contact. Soms kan een monolijn echter helpen om rigs langer op hun plek te houden in een sterke stroming.

Een sterke monoleader is essentieel, omdat veel onderwaterobstakels bedekt zijn met mosselen. Ik gebruik zware loodgewichten van minimaal 170 gram en tot wel 300 gram bij een sterke stroming. Scherpe, sterke haken en haaklijnen zijn cruciaal, want de onderwaterstructuren kunnen haken snel beschadigen.

‘Eenvoudige’ sterke rigs en zware loodgewichten.

Qua voeren heeft iedereen zijn eigen ideeën, maar ik geef de voorkeur aan nauwkeurige, lichte voerplekken. Te veel voer kan meervallen aantrekken, die enorme hoeveelheden pellets kunnen consumeren. Kleinere voerbedjes trekken minder meervallen en worden actiever door karpers opgezocht. Bij sterke stroming hak ik boilies in helften of kwarten, zodat ze beter blijven liggen dan ronde boilies.

Ook gebruik ik grotere haakaasjes om brasems en voorns te vermijden. Meestal is 24 mm voldoende, maar sommige vissers gebruiken tot 40 mm, wat voor Ebro-karpers geen probleem is gezien hun grote, harde bekken.

De Ebro karpers lijken verzot op de Scopex Squid.

Een uitdaging is het fluctueren van het waterpeil, dat tijdens mijn laatste trip tot een meter varieerde vanwege energieopwekking door de dammen. Dit maakt het lastig om markers op de plek te houden.

Mijn oplossing is een verstelbare marker: een lijn van anderhalf keer de waterdiepte, vrij bewegend door een ring op een kleine plastic fles, met een zwaar lood (170-200 gram) op de ene kant en een lichter lood (50 gram) aan de andere. Hierdoor blijft de marker altijd correct uitgelijnd.

Het kleinere loodgewicht past zich aan het veranderende waterpeil aan.

Ik heb verschillende gebieden rond Mequinenza bevist met wisselend succes. Het beroemde “Ebro Point” blijft populair, evenals de sectie onder de brug richting de dam. Hier is het ondieper (2,5 tot 3 meter aan de rand, 4 tot 5 meter in de rivierbedding), en bezaaid met gezonken bomen, wat het moeilijk maakt maar ook aantrekkelijk voor karpers. Het gemiddelde gewicht ligt hier tussen de 15 en 18 kg, hoewel er ook exemplaren boven de 23 kg zijn gevangen.

Achter mijn rechterschouder zie je de dam.
‘The mines’, een erg breed stuk van de rivier.

The Mines: groot water, grote vissen!

Een van de spannendste gebieden voor mij was “The Mines”, een veel breder gedeelte tot 600 meter, met dieptes tot 10 meter. Hier vingen we onze karpers voornamelijk op 7-8 meter diepte op afstanden van 200 meter. Het gebruik van Scopex Squid-boilies leverde hier constant actie op. Mijn grootste Ebro-karper van 22,6 kg kwam hier vandaan. Dit illustreert hoe de rivier voortdurend verandert en hoe flexibel je moet zijn.

De Ebro blijft een van de beste karperbestemmingen in Europa en ik kan niet wachten om er weer te vissen!

Mijn grootste Ebro karper ooit! Een mistige morgen bij ‘The mines’.
Het gemiddeld gewicht was duidelijk beter bij ‘The mines’!

Over de auteur

Steve Briggs

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen