Juist ja, haken – daar wil ik het vandaag met jullie over hebben. Dit artikel is misschien wat anders dan jullie van mij gewend zijn, want ik ga het hebben over mijn favoriete onderwerp: haken. Ik vertel jullie iets over de haak zelf, hoe deze wordt gemaakt, welke soorten er zijn en wat de voor- en nadelen van de verschillende types zijn.
De haak zelf
Laten we beginnen bij de haak zelf. Het is dé troef die wij als vissers hebben. Haakt je haak niet goed, dan kun je nog net zo goed liggen te vissen – je vangt niets! Een haak is een klein stukje materiaal dat tijdens de dril van een karper ontzettend veel kracht en druk te verduren krijgt. Daar heeft de fabrikant goed over nagedacht, het is wat dat betreft echt een stukje techniek.
De juiste legering wordt zorgvuldig samengesteld. Er zit koolstof in voor de hardheid en kevlar voor de flexibiliteit. Is de haak te hard of bros, dan zal hij breken. Is hij te flexibel, dan buigt hij uit. Door precies de juiste ingrediënten toe te voegen en deze vervolgens te harden (door middel van hitte), ontstaat een supersterk product.
Daarnaast wordt de haak geslepen. Dit gebeurt in de fabriek op chemische wijze: door een druppel zuur op de punt aan te brengen, snijden ze een vlijmscherpe punt aan de haak. Tegenwoordig worden haken ook voorzien van een beschermende coating. Vroeger waren haken van blank staal en glommen ze fel. Nu zijn ze mat van kleur, waardoor ze minder opvallen. Die coating beschermt niet alleen tegen zuren in het water (vergelijkbaar met hoe we kozijnen schilderen), maar zorgt ook voor een licht gebobbeld oppervlak.
Sommige vissers slijpen hun haak nog extra na. Let er dan wel op dat je de coating verwijdert, waardoor je meer last kunt krijgen van elektrolyse. Elektrolyse is het magnetische veld dat ontstaat wanneer metaal in contact komt met water. Dit kun je alleen voorkomen door een beschermlaag aan te brengen, net zoals bij stroomdraden. Vooral in de meervalvisserij houden ze hier rekening mee, omdat meervallen dat magnetische veld goed waarnemen. Karpers kunnen dat waarschijnlijk ook, dus hou dit in gedachten als je je haak extra scherp maakt.

Type haak
Er zijn ontzettend veel verschillende soorten haken op de markt: met een lange of korte punt, een gebogen of rechte steel, het oog naar binnen of naar buiten, met of zonder weerhaak – noem maar op. De keuze is enorm.
Ik gebruik in mijn visserij eigenlijk maar twee soorten haken: de Claw X en de Curve Shank. Met op nummer één de Curve Shank, vooral de X variant. De ruime bocht en elegante kromming van de steel maakt het voor mij de perfecte haakvorm. Ik gebruik daarbij een stukje krimpkous, een ringetje op de haaksteel, en niet te vergeten een redelijk zwaar loodje op de onderlijn. Voor mij is dit een dodelijke combinatie. Bij de Claw X doe ik hetzelfde, alleen hou ik de krimpkous iets korter.
De Curve Shank van Nash heeft een mooie lange, rechte scherpe punt die uitstekend prikt. Dit in tegenstelling tot de Claw X, die een gebogen punt en een rechte haaksteel heeft. De punt van de Claw X is iets korter, wat hem minder kwetsbaar maakt. Hoe langer en dunner de punt, hoe kwetsbaarder hij immers is. Wanneer ik vis op plekken met veel stenen of schelpen, kies ik altijd voor een haak met korte punt. Die is minder kwetsbaar en blijft langer scherp. Ook een haak waarvan de punt iets naar binnen staat, is dan een goede keuze. Dit geldt ook bij sterke onderstroming.

Ik heb het meegemaakt dat een haak met een lange rechte punt na één nacht was afgeschuurd door al het gruis en de schelpen die heen en weer bewegen onder water – als een soort schuurmachine. Met een kortere naar binnen staande punt heb je daar bijna geen last van. Wat ik ook belangrijk vind, is dat een haak dikdradig is. Dikke draden bieden meer houvast in de bek van de karper; ze verschuiven minder snel. Dunne haken snijden sneller in en veroorzaken onnodig letsel, wat ook de kans vergroot dat de vis de haak verliest. Daarom kies ik altijd voor een dikdradige haak.
Dan nog iets over weerhaakloze haken: persoonlijk begrijp ik daar niets van. Een haak met een goede weerhaak zit gewoon beter vast – ook beter voor de vis zelf.
Wat betreft de haakmaten: de meest gangbare zijn maten 4 en 6. Maar kleiner dan maat 4 heb ik niet eens in mijn tacklebox. Zelf gebruik ik alleen maat 1 en 2. Ik ben fan van grote haken. Als je de bek van een karper ziet, die is enorm – daar kun je gerust met nog grotere haken vissen. Een kleine haak heeft te veel bewegingsvrijheid in die grote bek en prikt minder snel. Grotere haken prikken makkelijker, logisch toch?
Een goed voorbeeld is de Ronnie Rig, waar ze een 14 mm pop-up combineren met een haak maat 1. Klein aas, grote haak – werkt prima.

Wanneer welke haak?
Zandbodem
Vis je op een schone bodem van zand of klei, eventueel met wat bladeren aan de kanten? Gebruik dan gerust een haak met een mooie lange scherpe punt. Op zo’n ondergrond heeft de haak weinig te verduren.

Obstakels
Vis je dicht bij obstakels? Dan moet je wat anders te werk gaan. Die scherpe haak met lange punt kan nog steeds prima, zowel de Curve als de Claw . Maar pak dan een dikdradige haak (de X variant) met een ruime bocht en een goede weerhaak. Je wilt dat hij muurvast zit, zodat je de vis snel kunt wegtrekken bij takken of paaltjes.
Grind/mossels/onderstroom/schelpen
Vis je tegen een mosselbank of op grind? Gebruik dan een haak met een korte punt. Zo voorkom je dat de punt ombuigt. Zeker bij het werpen is dat handig, want je raakt vaak een steen. Hetzelfde geldt bij onderstroming: zand, grind en schelpen kunnen een haak met een lange punt flink beschadigen. Dan is een korte punt gewoon beter.

Groot aas – klein aas
Ook het formaat van je aas speelt mee in je haakkeuze. Ik vis vrijwel altijd met groot aas (32 mm), soms met een extra 20 mm pop-up erbij. Dan vind ik het logisch dat je ook een grote haak gebruikt. Let er wel op dat je de hair iets langer maakt, minimaal 1,5 cm. Een grote haak lijkt soms lomp, en sommige vissers willen graag subtiel vissen. Maar geloof me, door de enorme zuigkracht merkt de karper dat echt niet.

De montage – de laatste meter
Tot slot: de montage. Zelf vis ik nooit met een leader, maar gebruik wel altijd een voorslag. Vis ik op afstand, dan is deze 15 meter lang. Ga ik werpen, dan houd ik het bij één meter – zolang de voorslagknoop maar buiten het eerste oog blijft. Daar komt de loodclip op, met een quick swivel eraan. Aan die loodclip zit meestal 240 tot 280 gram lood.
Zwaar lood ligt beter en haakt uitstekend. Vervolgens komt de onderlijn, 17 tot 20 cm lang, met boven de haak een klein loodje. Op de haak zelf plaats ik een krimpkous (die zijn vaak harder dan een line aligner) en een ringetje waar de hair vandaan komt. Houd altijd 1 tot 1,5 cm ruimte tussen het aas en de haak. Verder geen poespas: simpel, maar dodelijk effectief.
De twee haken die ik noemde kennen jullie vast wel, maar Nash heeft nu een nieuwe variant: de Claw Long Shank X – het beste van twee werelden. Voor mijn gevoel is dit dé ultieme haak: een robuuste, dikdradige haak die zowel de vleespakkende kracht van de Claw als de elegante kromming van de Curve combineert. Deze haak ligt sinds kort standaard in mijn tacklebox!

Ik hoop dat jullie er wat aan hebben gehad, of misschien net dat zetje hebben gekregen om toch eens die grote haak te proberen, als je daar nog over twijfelde.
Big hook
Reageer