Met Leo Koot en Bert Aufderhaar
Recent ben ik een dag op pad met Leo Koot en Bert Aufderhaar, twee boegbeelden van het Tubertini-Zammataro team. Er werd gevist op een niet al te breed kanaal bij Giethoorn. Met de vaste hengel kun je hier prima uit de voeten, maar kun je hier ook net zo goed met de feeder vissen?
Die vraag stond centraal op deze koude, maar gelukkig droge decemberdag.

Het kanaal is een typisch Hollands polderkanaal, een veenkanaal in de buurt van Giethoorn van zo’n 25 meter breed en niet al te diep. Met de vaste hengel kun je hier natuurlijk prima uit de voeten, mits er genoeg ruimte is om af te steken. De berm hier is gelukkig breed genoeg met een rustig weggetje in je rug.
De vraag is: kun je hier ook net zo goed met de feeder vissen? Dat gaan we zien in een soort van onderling wedstrijdje. Bert Aufderhaar gaat met de vaste stok vissen, Leo Koot met de feederhengel. Natuurlijk geen lange, zware feederhengel voor de rivier of grote afstanden, maar kortere, lichtere feederstokken waarmee je ook heel geraffineerd kunt vissen.

Perfecte timing
Deze sessie was al twee keer verzet omdat de weergoden roet in het eten gooiden met wind en regen en ook nu hing het erom. Maar bij aankomst zag het er hoopgevend uit. Voor de verandering weinig wind en zelfs een kleine kans op een zonnetje. Timing is alles zeggen ze weleens, nou dat ging zeker voor deze dag op, want de rest van de week was er weer wind en regen voorspeld.
Terwijl Leo en Bert hun spullen klaar maken en cameraman Kevin alvast een rondje met de drone aan het vliegen is, vraag ik wat de heren van deze dag, van deze mini-competitie, verwachten. “Je zou verwachten dat de vaste stok de meeste kans maakt, maar het zal afhangen of er ook grovere vis te vangen is”, aldus Bert. Dat beaamt Leo: “je moet de feederhengel niet onderschatten, ik verwacht toch wel dat tegen de overkant wat grotere vis te vangen is.” We gaan het zien!

Vaste stok
Bert besluit op twee afstanden te gaan vissen. Kort op 9,5 meter en lang op 13 meter in het midden van het kanaal waar het zo’n 3,5 meter diep is. Op de korte afstand staat zo’n 2.80 meter water. Het lijkt nauwelijks te stromen, maar dat kan bedrieglijk zijn volgens Bert: “soms staat er hier toch wel een behoorlijke onderstroom, iets om rekening mee te houden. Maar dat gaan we zo zien als ik gevoerd heb.”
Bert cupt eerst op beide afstanden 10 balletjes voer gecupt (2x 2 liter) bestaande uit 50 % voer en 50 % aarde. Een behoorlijk droog, ‘werkend’ voertje. Het voer bestaat uit een mix Super Voorn en Super Brasem (met iets meer ‘voorn’) uit de Bert & Leo range van Zammataro.
Het voer wordt in eerste instantie van niet al teveel aas – pinkies, dode maden, casters en wat verknipte wormen – voorzien. Eerst maar eens kijken hoe de vissen hierop reageren.
De set ups van Bert
Kort: slank pennetje van 0,50 – 0.75 gram, staande haak maat 18. Elastiek 0.8 mm.
Lang: bolletje van 1,5 gram, later toch vlagdobber van 2 gram, 20 cm over de bodem, elastiek 1.0 mm.
Hengel: Tubertini Stark R1 13 meter: een superstrakke, dunne hengel uit het topsegment.


Geen ronde ballen…
Wat opvalt is dat de voerballen niet rond zijn, maar meer ovaal. Ik kijk Bert vragend aan, hoort dat zo? Bert: “Dat doe ik heel bewust. Ronde voerballen hebben de neiging om te gaan roteren zodra uit de cup rollen, en die rotatie zet zich in het water voort waardoor een voerbal zomaar een meter of meer naast de beoogde plek komen, soms wel meerdere meters wanneer er wat stroom staat en het water wat dieper is.

Iets om rekening mee te houden! Daarom maak ik mijn voerballen niet rond, maar plat ze iets af. Je zult zien dat dat ze daardoor minder roteren, maar eerder dwarrelend naar de bodem gaan. Ook dan kunnen ze nog wel een metertje links of rechts van de stek neerkomen, maar dat merken we snel genoeg.” Door het werkende voertje zien we al snel wat ‘pikjes’ in het wateroppervlak verschijnen, duidelijk een stukje rechts van de stek door een lichte onderstroom.
“Dat is ook een voordeel van een ‘werkend’ voertje”, aldus Bert. “het lokt niet alleen sneller vis naar je stek, maar laat ook zien waar het voer precies is terechtgekomen en of er vis op de stek aanwezig is.”

Ook twee afstanden
Dat er vis aanwezig is blijkt al snel. Terwijl Bert nog aan het cuppen is, heeft Leo al de eerste vis binnen, een bliek. Ook Leo heeft voor twee afstanden gekozen. Eentje kort, op min of meer dezelfde lijn als de 13 meter afstand van Bert, in het midden van het kanaal. De andere richting de schoeiing aan de overkant, op zo’n 25 meter afstand.
Wat proefworpen wezen uit dat de bodem vlak onder de kant wat rommelig is, maar 3 meter uit de kant lijkt de bodem aardig schoon. De afstanden worden op de kant uitgepast met twee distance sticks, lijn achter de clip en beide afstanden worden aangevoerd met drie korfjes, meer niet.
Wat dat betreft toch wel een contrast met de vaste stok. “Je moet niet vergeten dat bij elke inworp er weer wat voer en aas wordt gebracht.”

De mix voor in de voerkorf bestaat ook uit Super Voorn en Super Brasem, in gelijke delen, maar dan zonder aarde en met wat meer aas er doorheen. Dat vinden de vissen blijkbaar wel lekker, want al snel volgt vis nummer twee op de korte afstand in het midden. Hoopgevend… en Leo neemt zo al snel een voorsprong op Bert die nog moet beginnen met vissen.

De set ups van Leo
Montage: Vaste paternoster montage (doorgeknipte lus) met een onderlijn van 80 cm. 22/00 voorslag, korfjes (gaaskorven en window feeders) van 25-30 gram.

Hengel kort: Tubertini 10 ft Pencil Feeder Medium Light. Een medium parabolisch ínstapmodel voor rond de 100 euro die met drie feedertips (0.75 oz, 1 oz en 1.5 oz) wordt geleverd. Een perfecte hengel voor de kortere afstanden.
Hengel lang: Tubertini 11 ft R18 Titanium Light (topmodel), wordt geleverd met vier feedertips van 0,5 oz, 0,75 oz, 1 oz en 1,5 oz. Een juweeltje!

Molen: Tubertini Toda FX 4500, voorzien van twee lijnclips
Hoofdlijn: 8/00 Tubertini Viral SK 8 braid

Voorzichtige aanbeten
Maar Bert gaat gelijk in de achtervolging en begint ook gelijk beet te krijgen op de 13 meter afstand. Duidelijk is wel dat de vis weliswaar aanwezig is, maar niet echt gretig aast. Af en toe wordt er een aanbeet gemist, maar al snel volgen er wat blieken, middelmaat voorns en af en toe een baarsje tussendoor.
Als haakaas twee kleine pinkies op de haak. Regelmatig zien we ‘pikjes’ in het wateroppervlak verschijnen, een teken dat de vis op de stek aan het rommelen is. Zodra het boldobbertje van 1,5 gram daar belandt, volgt een (voorzichtige) aanbeet. Het is wachten op een beter slag vis, maar die laat nog even op zich wachten.
De korte afstand laat Bert voorlopig nog even met rust…


Uiterst gevoelige beetregistratie
Leo is ondertussen geswitched naar de overkant en dat lijkt zich uit te betalen als hij daar al snel een duidelijk betere voorn vangt en even later ook een brasem. Ook bij hem zijn de aanbeten voorzichtig, wat regelmatig leidt tot een misser, maar dat kan de pret niet drukken.
Maar hoe voorzichtig de aanbeten soms ook zijn, die worden perfect gesignaleerd door de uiterst gevoelige feedertoppen van zijn lichte feederhengels. Zachte feedertoppen van 0.5 tot 1 oz waarop zelfs de miniemste aanbeten te zien zijn.

Op de ‘lange’ afstand vist Leo met een 11 ft Tubertini R18 Titanium Light feederhengel, het topmodel en een prachtige feederhengel voor dit werk. Voor de korte afstand een 10 ft Pencil Feeder Medium Light, een heerlijk, gevoelig hengeltje voor een verrassende prijs.
Ondanks de geringe afstand vist Leo toch beide set-ups met een dunne, 8/00 braid op de spoel, maar wel met een voorslag van 22/00 nylon. “Uiterst gevoelige beetregistratie in combinatie met de nodige demping, waarmee hij als het moet ook op grotere afstanden kan vissen”, zo vertelt Leo als hij weer een mooie voorn richting het net dirigeert.

Bijcuppen werkt averechts
Na een paar uurtjes vissen gaan de vangsten aardig gelijk op, maar het lijkt er niet op dat de vis beter gaat azen, integendeel. Dat is ook duidelijk bij Bert, bijvoeren lijkt averechts te werken… Het loopt prima zonder bijvoeren, maar na wat bijcuppen valt het stil bij Bert op de 13 meter afstand.

Op de korte afstand, die met rust was gelaten, wel gelijk beet en regelmatig vis, maar op de lange afstand wil het niet echt meer vlotten. Op de lange afstand heeft hij het boldobbertje vervangen door een vlagdobber van 2 gram en is ook iets meer over de grond gaan vissen (een sleepje van zo’n 20 cm) met nu ook een of twee mestpiertjes op de haak. Dat lijkt zich uit te betalen met grovere vis, totdat hij een duidelijk betere vis verspeelt.

Gelukkig levert de korte afstand wel regelmatig vis op, vissend met een slanker dobbertje van 0,75 gram en staande haak, met nu ook wat mooiere voorns en een enkele brasem. Al met al loopt de teller zo aardig op. Niet alleen bij Bert, maar ook bij Leo.

TIP VAN BERT
Soms is het lastig om een oranje of gele antenne goed te zien, bijvoorbeeld bij tegenlicht. Dan steekt een zwarte antenne beter af. Die kun je snel en makkelijk zwart maken met een watervaste stift. Verwijderen gaat gemakkelijk met doekjes om nagellak te verwijderen.

En de winnaar is…
Wanneer we na 4-5 uurtjes vissen de balans opmaken, valt er niet een duidelijke winnaar aan te wijzen. Het zal elkaar qua gewicht weinig ontlopen met Bert wat meer vissen en Leo wat meer grovere vissen erbij. Dat laat nog maar eens zien dat je ook met een feederhengel prima op kortere afstanden uit de voet kan, mits met aangepast (Lees: licht, gevoelig en wat korter) materiaal.

Voordeel is dat je daarmee een hele rustige aasaanbieding creëert (wat vaak goed is voor wat grotere vis als brasem) en als het moet ook wat verder kunt vissen. Voordeel van de vaste stok is, is dat je heel precies kunt vissen, het aas aanlokkelijk kan laten driften, of juist blokken en ook wat boven de bodem kunt vissen, waar je vaak wat kleiner vis zult aantreffen.
Al met al een hele mooie, geslaagde decemberdag!
Film
Nog meer tips & tricks van Leo en Bert zien? Bekijk dan de film van deze leerzame visdag!
Reageer